Waarom is er nog steeds een Norbertijn van Averbode pastoor in Kortenbos? Gewoon, omdat dat al eeuwen zo is. Maar Kortenbos was indertijd een gehucht van het veel grotere Kozen en toen de Onze-Lieve-Vrouw verering er was, en de daarmee gekoppelde inkomsten van bedevaarders naar de basiliek, eiste de pastoor van Kozen, een Norbertijn, het eigendomsrecht op namens zijn abdij. Dat heeft nog geleid tot een zwaar dispuut met de Trudoabdij uit Sint-Truiden die zo’n lucratief bedevaartsoord ook maar al te graag uitbaatte, maar de Truiense abt verloor het geding.  

Voor de geboorte van de parochie Kozen moeten we echter naar de andere kant van Sint-Truiden gaan, meer bepaald naar Brustem. 

Averbode krijgt het begevingsrecht
Het begevingsrecht d.i. het recht een pastoor te benoemen in Brustem, was in de vroegste tijden en zeker sinds 1170 in handen van de Loonse graaf en van de heer van Kortessem, Dirk van Altena. Zij stonden dit recht af aan de abt van Averbode, die sinds 1230 dit begevingsrecht volledig bezat te Brustem en te Kozen. De abt was dus in feite de pastoor. Hij kon een onafzetbaar “vicarius perpetuus” aanstellen. Een kandidaat werd door de abt voorgesteld en dan door de bisschop via de aartsdiaken aangenomen. De titularis kreeg de investituur of ambtsmacht door een of ander symbolische handeling b.v. door het overhandigen van de kerksleutel op het altaar. 

Sint-Laurentius
De kerk van Kozen werd oorspronkelijk bediend door de pastoor van Brustem die er ook inkomsten van had, nadat het tiendrecht (belastingen) door Willem van Kozen aan dezelfde abdij werd geschonken in 1237. Vandaar ook dat er in beide parochies prachtige Norbertijnenpastories staan, en dat beide kerken toegewijd zijn aan Sint-Laurentius, dat kan ook geen toeval zijn. Over de pastorie van Brustem hadden we het al in een eerdere bijdrage. De pastorie van Kozen is van een heel ander model, ouder dan die van Brustem, maar een echte eyecatcher in het landschap. 

Pastorie is een pareltje
Als van Kortenbos naar Kozen rijdt, via de Bergstraat, zie je plots links de ranke toren van de Laurentiuskerk opdoemen. Je rijdt wat verder, en plots stoot je op een gelig gebouw met een zonnewijzer op de voorgevel. Dat is de pastorie van Kozen. Het gebouw werd gebouwd in de eerste helft van de 18de eeuw, te zien aan het jaartal 1718 op de zuidelijke gevel. Opdrachtgever was prelaat Stefanus Vander Steghen. Zijn initialen S.V. staan op een smeedijzeren slotplaat van de achterdeur. Het is een voorbeeld van Maaslandse renaissance, te zien aan de omlijsting van ramen en deuren met kalksteen, en Brabantse stijl, niet abnormaal want het gebouw ligt in het graafschap Loon en de bazen wonen in het hertogdom Brabant.
Achter de pastoorswoning staat nog een bergplaats annex stallen in vakwerkbouw. 

Het interieur van de pastorie is nog gaaf bewaard met fraaie originele schouwen in de verschillende vertrekken en plafondversiering. Kenmerkend is ook de met harsteen omlijst deur met daarboven een ‘oculus’ (latijn voor oog), een rond venstertje. 

Pastoor Jan Roels
Een verhaal uit vele histories getuigt van de verbondenheid tussen Brustem en Kozen. Jan Roels was er van 1489 tot 1501 pastoor. Hij werd in 1461 in Averbode geboren en in 1489 priester gewijd. Hij werd naar Kozen gestuurd als hulppastoor van Johannes Raets die Kozen en Brustem onder zijn hoede had. Tot zijn dood was Johannes Raets enkel bedrijvig in Brustem zodat Jan Coels de volledige verantwoordelijkheid had voor Kozen. In 1497 overleed pastoor Raets en Jan Roels volgde hem op als pastoor van Brustem en Kozen samen. In 1501 werd hij pastoor voor Brustem alleen.  

Kortenbos werd belangrijker
Kozen had toen een eigen pastoor en dat was nodig, want 100 jaar later begint de devotie van Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos, een afgelegen en door God verlaten gehuchtje van Kozen. De oorsprong van de kerk van Kortenbos ligt in een Mariabeeldje. In vroeger tijden had de streek tussen Hasselt en Sint-Truiden te maken met struikrovers. Om de reizigers te beschermen plaatste Elisabeth van Oeteren in 1636 een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw in een eik op deze toen eenzame en onbewoonde plaats. In 1639 volgde de bouw van een kapel, aanvankelijk gekend als Onze-Lieve-Vrouw ten Nachtegaal bij den Kortenbos. Omwille van de toeloop van Mariavereerders en een reeks vermeende wonderen, verrees er vanaf 1641 een barokkebedevaartkerk voor Onze-Lieve-Vrouw, Behoudenis der Kranken, en werd Kortenbos vele malen economisch interessanter dan Kozen. Zelfs voor paters Norbertijnen! Maar, Kozen hield er wel een prachtige pastorie aan over, stukken mooier dan die van Kortenbos.