Het leek zaterdag even de verkeerde kant op te gaan met de coronacijfers. De nieuwste cijfers stellen weer een beetje meer gerust.

Gezondheidsinstituut Sciensano had vorige week aangekondigd dat er op zondag geen nieuwe update meer zou volgen. Maar vanmiddag kwam er dus toch een nieuw rapport. Daaruit blijkt uit het weekgemiddelde blijkt dat 86 nieuwe besmettingen bijkwamen in ons land.

Er kwamen in Limburg gisteren 17 besmettingen erbij. Het was al van 18 juni (19 nieuwe besmettingen) geleden dat het aantal bijkomende coronagevallen nog zo hoog lag. In totaal werden er in onze provincie nu 6.583 mensen getroffen door het virus.

Met ‘weekgemiddelde’ bedoelt Sciensano het gemiddeld aantal nieuwe bevestigde gevallen over een periode van zeven dagen. Door het gemiddelde te nemen, vertroebelen de normale schommelingen (zoals het weekendeffect, wanneer er minder wordt getest) de trend niet. Belangrijk: het weekgemiddelde wordt niet voor hele weken (maandag tot zondag) berekend. De zeven dagen die worden meegenomen, schuiven elke dag mee op. Het weekgemiddelde dat vandaag is gepubliceerd, bijvoorbeeld, is gebaseerd op de cijfers van donderdag 18 juni tot woensdag 24 juni. Het cijfer van gisteren is gebaseerd

Wat vertellen de nieuwste cijfers ons? “De neerwaartse trend lijkt voorbij en waarschijnlijk hebben we de bodem bereikt”, zegt viroloog Steven Van Gucht (Sciensano). “De vraag is of de cijfers de komende week stabiel zullen blijven of weer stijgen. Dat blijft afwachten.”

De voorbije weken vormen de twintigers en de dertigers de grootste groep onder de nieuwe bevestigingen, zo blijkt uit de cijfers. “Ook dat is niet gek”, aldus Van Gucht. “Dat zijn de leeftijdscategorieën die het meest contact hebben onder elkaar. De twintigers en dertigers hebben wellicht ook minder schrik voor het coronavirus dan 60-plussers.”

Wat de analyse op gemeentelijk niveau betreft, neemt Sciensano de periode tussen 18 en 25 juni in beschouwing. In die week doken er 12 nieuwe besmettingen op in Genk, 11 in Houthalen-Helchteren en Maaseik en 4 in Oudsbergen. In Sint-Truiden dus … nul!