Morgen veranderen er weer wat regels en een van de meest gehate regels is de mondmaskerplicht. Daar verandert morgen een en ander aan, maar niet iedereen (ook wij niet) zien steeds het bos door de bomen van aanvullingen, wijzigngen, veranderingen, versoepelingen en verstrengingen.

Op café is geen mondmasker meer nodig als u in uw gezelschap aan een tafeltje zit of aan de toog staat of zit. Maar wanneer u een horecazaak binnenstapt of naar het toilet gaat, moet het nog wel. “Op een privéfeestje moet het dan weer niet en op evenementen met minder dan 200 mensen binnen of 400 mensen buiten ook niet. Je moet bijvoorbeeld in de sporthal geen mondmasker dragen maar wel in het cafetaria. Je moet wél een mondmasker dragen als je een horecazaak binnenwandelt, maar niet als je een stadsgebouw binnengaat. Dat zijn zaken die beter gelijk zouden getrokken worden. Maar de regels zijn al even complex als onze staatsinstellingen

Het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) laat weten dat de mondmaskerplicht nog steeds geldt voor iedereen vanaf 12 jaar. “De opgesomde gevallen in het Ministerieel Besluit zijn dus alleen maar uitzonderingen op die regel. Een mondmasker moet nog steeds gedragen worden wanneer het onmogelijk is om de regels van social distancing te garanderen.”

Wanneer draag je geen mondmasker?

– Bij kleine evenementen tot 200 man binnen of 400 man buiten. Ook niet bij grotere evenementen die met het Covid Safe Ticket werken.

– Leerlingen in de lagere school. In de middelbare school als je zit.

– Als je aan tafel of aan de toog zit op café of restaurant.

– Tijdens private bijeenkomsten.

– Tijdens burgerlijke huwelijken en uitvaartceremonies.

– Tijdens de collectieve uitoefening van de eredienst.

Wanneer draag je wel een mondmasker?

– Als je de bediening doet in de horeca.

– Bij het binnen- en buitengaan in de horeca en als je naar het toilet moet.

– Op het werk als je geen afstand kan houden.

– Bij contactberoepen zoals de kapper, kinesist of het schoonheidssalon.

– Ouders die hun kind komen afhalen op school.

– In het vliegtuig, de luchthaven of op het openbaar vervoer.

– In de winkel en op (rommel)markten, kermissen en braderijen met meer dan 5000 bezoekers.

– In bibliotheken, gerechtsgebouwen en gebouwen van erediensten.