Elke 12 minuten belandt er een peuk op de grond bij een Vlaams busstation. Dat blijkt uit een onderzoek van Mooimakers, het Vlaams initiatief tegen zwerfvuil en sluikstort, samen met De Lijn en 4 Vlaamse steden, waaronder Sint-Truiden. Via testopstellingen in het busstation van de stad Sint-Truiden werd uitgetest welke recipiënten het grootste verschil maken om het afval van peuken te verminderen en het busstation properder te houden.

Mooimakers startte dit onderzoek omdat maar liefst 50% van het aantal stuks zwerfvuil afkomstig is van peuken volgens de laatste fractietelling van de OVAM. Er zijn namelijk nog veel mensen die zich er niet van bewust zijn dat een peuk ook zwerfvuil is. Daarnaast zijn wachtlocaties zoals openbaarvervoerstopplaatsen gevoelig voor de zwerfvuilproblematiek. Van november 2020 tot juni 2021 plaatsten onderzoekers aan 4 busstations verspreid over Vlaanderen, onder andere in Sint-Truiden, verschillende soorten peukenrecipiënten om na te gaan welke type recipiënt omstaanders het meest aanmoedigen om peuken niet te laten rondslingeren. Uit deze verkennende testopstelling blijkt dat slechts 1 op de 4 peuken terechtkomen in peukenrecipiënten op busstations.

In Sint-Truiden kwam 22% van de peuken terecht in de peukenrecipiënten. Het busstation strekte zich uit over 8 perrons. Voor het onderzoek werden er 6 peukentegels geïnstalleerd. In de fase van nulmeting, bestaande uit 6 afzonderlijke metingen, telden de onderzoekers in totaal 882 peuken in een meetgebied van ongeveer 800 m².

Bijna dubbel zoveel peuken in peukenpalen dan in peukentegels

Uit een vergelijking met de 3 andere steden blijkt duidelijk dat het type peukenrecipiënt een invloed had op het resultaat. Bij de twee busstations met peukenpalen, een recipiënt op armhoogte, kwam gemiddeld 31% van de peuken terecht terwijl de peukentegel, een soort asbak in de grond met een rooster, slechts 17% van de peuken opving.

“Uit ons onderzoek blijkt dat de specifieke indeling van een omgeving alsook de keuze van het type peukenrecipiënt ervoor zorgt dat mensen responsiever reageren om peuken correct te deponeren ”, licht Tijl Aerts van Mooimakers toe. “Een peuk gaat schijnbaar om een klein stukje afval, maar klein betekent niet onschuldig. Na 10 tot 15 jaar zouden peuken volledig vergaan zijn, maar niets is minder waar: de microplastics die in de peuken zitten, vergaan namelijk nooit. Bovendien is 41% van ons zwerfafval afkomstig van peuken. We zijn dan ook dankbaar dat we dankzij de samenwerking van De Lijn, de stad Sint-Truiden en de andere deelnemende steden verschillende testopstellingen konden opzetten om zo te verkennen met welke opvangmiddelen we omstaanders het best over de streep kunnen trekken om peuken op de juiste plaats te deponeren. Een recipiënt op armhoogte blijkt daarbij effectiever te zijn dan een peukentegel. Via allerlei technieken kunnen we zo zwerfafval nog meer inperken.”

 

Foto’s © Rudi De Cock