Tot 1675 was Sint-Truiden omringd door een stevige versterking en machtige imposante stadspoorten. De wachttorens op de versterkingen kregen beeldrijke namen zoals Roggebrood, Vilpeerd, Papsack, Vondelinck of Neghenmanneken. De namen van de stadspoorten zijn nog steeds in gebruik, ondanks het feit dat ze verdwenen zijn.

Wie de reeks “Versailles” op de VRT volgde, hoorde daar zeker van de Hollandse Oorlog van Lodewijk XIV. Die 17de eeuw was een woelige tijd in onze streek, met verschillende vreemde legers en de nodige opeisingen, verwoestingen en plunderingen door Hollanders, Spanjaarden, Oostenrijkers en Fransen.

In 1050 kreeg Sint-Truiden neen eerste aarden omwalling nadat het een religieuze en commerciële aantrekkingskracht kreeg. Men sloeg zelfs eigen Sint-Truidense munten. In 1129 werd die aarden wal vervangen door een stenen omwalling en werd de stad het centrum van de lakenindustrie. Statige stadspoorten waren symbolen van macht en rijkdom.

Lodewijk XIV verwoest de stadswallen
Toen Karel de Stoute de stad in 1467 veroverde, was dit het begin van de terugval. En 200 jaar later werd Sint-Truiden verminkt en vernederd door de Zonnekoning Lodewijk XIV. Hij trok met een leger van 177.000 mag door het Prinsbisdom Luik, en langs Sint-Truiden.

Hij voelde zich gekrenkt en had het niet begrepen op de Truienaren: ze hadden hem niet echt eerbiedig behandeld, met te weinig ‘égards’ Ze waren hem zelfs niet komen groeten en hij was beledigd. “’l Etat, c’est moi. Saint-Trond, c’est quoi?” Zijn generaals kregen de opdracht hun kanonnen op Sint-Truiden te richten.

Poorten opgeblazen en monsterboete
Op 2 juli 1675 reed de koning rond de stad en men twijfelde er niet aan dat die rit weinig goeds voorspelde en het einde van de versterkingen betekende. Het slopen van de wallen, begon aan de Nieuwpoort en ging richting Brustempoort. Sint-Truiden had vijf poorten (Brustempoort, Clockempoort, Stapelpoort, Gangelofpoort en Nieuwpoort). De Cicindria stroomde langs het Comisgat de stad in en langs het Vissegat weer uit de stad. Alle poorten en versterkingen werden opgeblazen op bevel van Lodewijk die logeerde in een boederij langs de Romeinse weg te Straten-Bevingen. Het bleef echter niet bij die wandaad. Hij eiste van Sint-Truiden 2.000 schapen, 600 runderen en 12.000 pattacons. Ter info: één brood kostte toen één pattacom. De dieren moesten bijeengedreven worden in de Raam in de Zoutstraat. Wat in 1467 door Karel de Stoute in gang werd gezet, werd door Lodewijk XIV in 1675 professioneel afgemaakt. De fiere stad Sint-Truiden is nooit meer dezelfde geworden.

Denk er dus aan, de volgende keer als je staat genieten voor het overweldigende kasteel van Versailles. Het is gebouwd mede met het bloed, het zweet, de tranen en de centen van de Truienaars.