Door weinigen in onze stad gekend, maar toch een echte Truienaar, dat was het Heilig Janneke oftewel Johannes-Carolus Vandenhove: zijn grafsteen staat aan de gevel van de kerk van Schurhoven. 

Heilige Jannoemde, de mensen van Sint-Truiden hem, maar in een nota die de korte levensschets door P.L. Stasseyns, oud pastoor te Sint-Truiden voorafgaat, verklaart de schrijver aan de woorden eerbiedwaardig en heilig geen ander dan een menselijk gezag te hechten. Hetzelfde stelt hij voorop aangaande de wonderen, gunsten en andere verhalen, die in het werkje worden aangehaald. “Zulks om te voldoen aan de besluiten van Paus Urbanus de VIII, zaliger gedachtenis”. 

Drogisterij in de Luikerstraat
Johannes-Carolus Vandenhove werd geboren te Sint-Truiden, in augustus 1731. Hij was de zoon van Pierre Vandenhove en Elisabeth Polus en ze hadden een wapenhandel en drogisterij in de LuikerstraatVan jongs af aan moet hij op zijn medeburgers de indruk van een brave, eenvoudige jongen hebben gemaakt. Overigens waren zijn gewone bezigheden niet van aard om hem tot hoogmoedige of losbandige gedachten te brengen. Hij was frickmaeker, hij kuiste verroeste geweren en pistolen, verkocht azijn en mostaard en hij beschouwde het als een grote eer de klok te mogen luiden. In zijn houding of in zijn levenswijze moet er niettemin iets buitengewoons zijn geweest, want we lezen in zijn levensverhaal, dat de straatjongens het hem wel eens lastig maakten. Dit was voor hem een dagelijkse gelegenheid om zich in geduld te oefenen. 

Geen vrouwen!
Heilige Jan moet ook een bedeesd man geweest zijn, want alleen aan zijn voorzichtigheid valt het zeker niet toe te schrijven, dat hij nooit personen van het andere geslacht in het gelaat aanschouwde. Een twijfelachtig woord deed bij hem het schaamrood naar de wangen stijgen. 

Hij was dagelijks aanwezig in de heilige missen. Met dezelfde heilige ijver woonde hij de plechtigheden, octaven, novenen in alle kerken bij. Alle aflaten trachtte hij te verdienen. Zijn houding in de kerk moet stichtend geweest zijn. Hij scheen op zijn plaats genageld, onbeweeglijk als een beeld en gedurig op de grond geknield. Soms moest hij zijn knieën een weinig opheffen wanneer de ijzeren haakjes, die hij droeg, te fel in het vlees doorsneden”. 

In de koude winternachten vond men hem vóór de kerken neergeknield, vooral op de trappen van de kerk der Minderbroeders. Rond middernacht begaf hij zich zelfs buiten de stad, naar Zepperen, om daar te bidden ter ere van de H. Genoveva en naar Velm om de H. Martinus te vereren. De kosters geloofden dat s nachts de deuren van de kerken zich voor hem openden.” 

De Christus op de koude steen, waar Janneke steeds ging bidden in de OLV-kerk.

In de hoofdkerk zag men hem gewoonlijk neergeknield vóór het beeld van Onze-Lieve-Heer op de koude steen. 

Iedere avond plaatste hij op hetzelfde uur licht aan een beeldje van Maria, dat zich bevond in de gevel van het naburig huis. Hiertoe werd hem door de familie Craybeckx toegestaan dagelijks olie te komen halen. 

De Heilige Jan hield dit streng en boetvaardig leven tot op hoge ouderdom vol en nooit kwam er een klacht over zijn lippen. Hij overleed de op 16 juni 1818 om 3 uur in de namiddag, zonder ziek te zijn geweest, gelijk een lamp die uitgaat bij gebrek aan olie. Toen het nieuws van zijn dood in de stad verspreid werd, kwam een menigte volk naar het sterfhuis toegestroomd. 

Doodsprentje
Op het doodsprentje van de eerbiedwaardige man lezen wij het volgende:
1818 de 16 juni om 3 u namiddag, is te Sint-Truiden, bediend van de heilige Sacramenten, godvruchtelijk in den Heer overleden: Johannus-Carolus VANDENHOVEJonkman, oud 86 jaren
Deze man was eenvoudig en rechtzinnig, vreesde God en vluchtte het kwaad, tot de dood toe heeft hij zijne onnoozelheydt zoo bewaert, dat hij in zijn laatste uur mogt zeggen: mijn gemoed verwijt mij niets in geheel mijn leven. Met regt dan noemde hem de geheele stad van jongs af den heyligen Jan.
Door de toeloop des volks heeft God dien ootmoedigen man op zijn sterfdag verheven en zijn glorierijke begrafenis heeft bewezen, dat niemand grooter is dan die de Heere vreest. Doch weerhield hem eenige kleine vlek van het aanschijn Gods, bid voor hem, opdat hij des te eerder U een voorbidder weze in alle nood. Amen. 

Zijn graf
Zijn graf bevindt zich tegen de buitenmuur van het koor van de kerk van de H. Jacobus in Schurhoven. Op de steen die door de zorgen van de gebroeders Steynen opgericht werd, staat het volgende inschrift te lezen, een gedicht van kanunnik Coninckx van Sint-Truiden:

D.O.M. (Deo Optimo et Maximo, aan de opperste grootste God)
Hier rust het sterfelijke deel van
Johannes-Carolus VAN DEN HOVE
Jonkman
Gestorven den 16 Juny 1818
In den ouderdom van 86 jaren.
Een mans wiens hart geen wensch
Naar aardsch geluk ontroerde,
Die staag met God vereend,
Van t deugdenspoor nooit week,
En wiens ootmoedigheid
Zoo klaar aan ieder bleek,
Dat hij lang voor zijn dood
Den naam van heilig voerde. 

Zijn “mirakelen”
Uit Heilige leven van Jan wordt nog menig wonderbaar toeval vermeld, maar Jan heeft het er nooit op aangelegd om mirakelen te verrichten, daartoe was hij een te eenvoudige heilige. 

Toen de Sansculotten in zijn werkhuis binnendrongen, waarvan de muren met geweren en pistolen waren bedekt, vroegen zij hem zijn wapens in te leveren. Neem ze maar af”, antwoordde hij. Doch de soldaten zagen geen wapens en hielden de Heilige voor onnozel. 

Met dergelijke “trommel” moesten de “lotelingen” loten of ze naar het leger moesten of niet.

Toen Franciskus Ulens, het petekind van H. Jan voor de legerdienst moest loten, kwam Jan de familie troosten: Ik zal voor Frans bidden en hij zal er wel uitloten”, zei hij. Jan bad en Ulens viel eruit, wat toen maar zelden gebeurde. 

Na de dood van de heilige Jan bleven zelfs zijn bezittingen een wonderbare geneeskracht te bezitten. Zo genas dokter Steynen van Sint-Truiden zijn hevige tandpijn door de slaapmuts van de heilige op te zetten. 

De geschiedenis van heilige Jan is eenvoudig zoals zijn leven was, maar al is er maar weinig wonderbaars in aan te halen toch denken wij met sympathie aan de eenvoudige volksmens wiens leven inderdaad menig mens tot voorbeeld mag strekken, zij het maar om de rechtschapenheid, de zachtheid en de warme menslievendheid die eruit stralen”, schreef pastoor Stasseyns in 1898 in zijn “Korte levensschets van Johannes-Carolus Vandenhove, in geur van heiligheid gestorven”.