Truienaar Fonny Dirix maakt elk jaar een cartoon met het nieuwe thema

Sint-Truiden, 6 juni – In de zomer van 2025 viert het geliefde openluchttheater De Boddelkèèr haar 17e editie met een stuk dat een diepe snaar raakt bij menig Truienaar. Onder de titel “Wa na wir” duikt het gezelschap met hun kenmerkende humor en dialect opnieuw het lokale geheugen in. Deze keer brengen ze een ode aan een tragische, maar historisch bepalende gebeurtenis: de brand van de Abdijtoren op 9 december 1975.

  • Tekst en foto’s © Rudi De Cock / Archief MT
  • Cartoon © Fonny Dirix
  • PODCAST – Herbeluister hier het volledige gesprek met Danny Gennez over De Boddelkèèr, de brand in de abdij en het Truiens dialect

 

Een brand die een stad deed stilstaan

“De Abdijtoren was hét symbool van Sint-Truiden”, steekt Danny Gennez van wal. De voorzitter van De Boddelkèèr is geboren en getogen in Sint-Truiden. “Ik krijg er nog een krop van in de keel”, geeft Danny toe. “De toren stond in brand, de toren zakte in elkaar, ik voel de hitte nog als ik er aan denk. Ik stond zoals zovelen op de markt verbaasd te kijken. Ik zie die toren nog naar beneden komen,” herinnert Gennez zich met zichtbare ontroering. “De toren, een van de iconische ‘drie torens’ van onze stad, stond voor onze eigenheid en identiteit.”

Volkshumor met een scherp randje

Zoals steeds kiest De Boddelkèèr niet voor een puur nostalgische of dramatische aanpak. De groep verwerkt de historische gebeurtenis in een straattheater vol sketches, satire en dialect, met een stevige knipoog naar de actualiteit – en ook naar de lokale politiek. “Wat normaal niemand durft te zeggen, dat mogen wij zeggen,” glimlacht Gennez. “Ten andere, de Truienaren verwachten dat ook van ons. Het stuk fungeert tegelijk als herinnering, hommage én commentaar op de tijdsgeest, waarbij het verleden wordt gespiegeld aan het heden.”

 

 

 

“De brandweer speelt er uiteraard een rol in, maar dan wel in een hedendaagse, lichtjes ‘woke’ versie,” verklapt Gennez alvast met pretoogjes. “En ook het onderwijs, de politiek en de veranderende samenleving met de opkomende woke-cultuur krijgen hun portie satire.”

 

Dialect als drager van cultuur

De optredens zijn volledig in het Truiens dialect, een bewuste keuze: “Dat is onze kracht. Onze identiteit,” zegt Gennez. “Christophe (Elen, red.) gebruikt soms een woord dat ik misschien wel ken, maar niet (meer) gebruik. We houden elkaar zo op scherp. “Er zijn zelfs verschillen binnen Sint-Truiden: op de wijk Sint-Pieter gebruiken ze soms andere klanken voor hetzelfde dialectwoord. De Boddelkèèr draagt het dialect als een cultureel erfgoed, een taal van de buik en van het hart.”

Nieuwe gezichten gezocht

De spelersgroep blijft grotendeels dezelfde, trouwe veteranen met een passie voor volkstheater. Toch hoopt Gennez op een frisse instroom: “We zouden jonge mensen heel graag verwelkomen. Al is het maar voor een klein rolletje.” Want wij worden met onze cast al een dagje ouder hé (lacht). Gennez schrijft het merendeel van de teksten zelf, in een creatief proces dat doorheen de winter loopt. Christophe – ook acteur – schrijft zijn eigen monoloog en levert enkele liedjesteksten aan, samen met Mark Van der Zanden. “Alles wordt gebald in één intense speelweek,” aldus Gennez. Acht voorstellingen tussen 24 juli en 2 augustus, telkens om 19 uur. En hij besluit: “De Boddelkèèr is meer dan theater: het is een ontmoetingsplek, een spiegel van de stad, en een waar monument van volkscultuur. Het stuk “Wa na wir” wordt een voorstelling waar Sint-Truiden nog lang over zal praten.”

Praktisch

De toegang is gratis, breng wel zelf een stoeltje mee. Er wordt steeds stipt op tijd begonnen. Alle speeldata en plaatsen vind je op de website www.boddelkeer.com