Wat herinnert Zepperen nog aan de Bogaarden, de kloosterorde die gedurende eeuwen het klooster aan de Kasteelstraat bewoonden? Niets, geen straat, geen plein, geen parkje. Niks. Zelfs hun klooster heet nu Hasp-O. Maar er is toch nog iets dat herinnert aan de Bogaarden of Begaarden: les Bégards.
Het klooster van de Bogaarden maakte nogal wat veranderingen mee: het werd een kasteel, weer een klooster en dan een school. De kortste periode was de kasteeltijd, en toch ligt het complex aan de Kasteelstraat en niet aan de onbestaande Kloosterstraat of Begaardendreef…! Dat heeft te maken met het feit dat de familie de Pitteurs die het klooster kochten tijdens de Franse Revolutie en het verkochten begin 20ste eeuw hun intrek toen namen op het “Kasteel”, in feite de kloosterhoeve van de Bogaarden, en die noemt men “Les Bégards”. Maar als je eens wil googelen, dan vind je zeker evenveel resultaten onder Bogaardenhoeve of Bogaardenhof. Om het moeilijk te maken: het eigenlijke kasteel is een school en de boerderij is … het kasteel.
Hoeve in Maasstijl
Een eerste hoeve afhangend van het Bogaardenklooster werd na brand wederopgebouwd in 1665. Het is een gesloten hoeve met kern in Maasstijl, doch sterk aangepast in de 19de eeuw. Op de Ferrariskaart (1771-1775) is het een omgracht goed met U-vormig gebouw, omringd door boomgaarden, gelegen tegenover het Bogaardenklooster. Het was bij de schatting als nationaal goed 24 bunders groot en bij de verkoop in 1798 werd het via Pierre Libotton, eigenaar van het kasteel van Stevoort in Hasselt en opkoper van zwartgoed, verworven door de broers Jean Theodore Balthazar en Henri Bonaventure Trudo Pitteurs, samen met het klooster, toen 100 bunder groot.
Trouwen met kozijn en nicht
Via Joséphine Pitteurs-Hiégaerts, dochter van Jean Theodore Balthazar, kwam het Bogaardengoed eerst in handen van haar eerste echtgenoot graaf Henri d’Astier (daarvan de benaming Gravenhuis voor het oude kloostergoed) en sedert 1830 van haar tweede man, Felix Loyaerts, burgemeester van Zepperen. Hun dochter Felicia trouwde met haar kozijn Charles Pitteurs Hiegaerts (van Ordingen) en bij de verdeling tussen hun zonen in 1895 verwierf Octave het voormalig klooster en Felix het Bogaardenhof, waar hij zich vestigde. Hij trouwde eveneens binnen de familie, namelijk met zijn nicht van Ordingen. Dit echtpaar is verantwoordelijk voor de aanpassingen en de restauratie van het Bogaardenhof, ondermeer in 1915, jaartal aangegeven op de nieuwe erker in de tuingevel van het huis. Het resultaat is een fraai, homogeen gebouwencomplex rond een binnenkoer, op de vierde, noordoostelijke zijde gesloten met een gekanteelde, hoge bakstenen muur met voetgangersdeur en inrijpoort onder een houten duiventil.
Fruitbedrijf
Vandaag is het Bogaardenhof een uitgestrekt fruitbedrijf met vooral perenplantages, opgericht door de Franse wolfabrikant uit Roubaix, Arnold Dossin, gelegen in een open landschap van boomgaarden, begrensd door de voormalige Dreef van Bogaarden en de Melster- of Molenbeek ten noorden, de Kasteelstraat ten oosten en de Legebeek ten zuiden en ten westen. Een kleine groengordel schermt de hoeve aan de straatzijde af. De binnenplaats ligt in rode steenslag met centraal een ruim, rechthoekig gazon, een omhaagd rozenperk in de noordelijke hoek van het woonhuis en verder druivelaars en twee oude exemplaren van voorheen gesnoeide hulst en wordt bewoond door de Familie Corthouts van de nu failliete Recor in Hasselt.
Les Bégards lag in Sint-Truiden
Nu was Les Bégards een speciaal geval. Het klooster lag op Zeppers grondgebied en behoorde via het kapittel van Maastricht tot het Heilig Roomse Rijk er Duitse Natie, dus niet Loon, Luik, Duras, Sint-Truiden. Zepperen was een stuk “buitenland”. De grens tussen dat buitenland en Sint-Truiden was de Melsterbeek en daar was de abt e baas, en niet het Kapittel. En de hoeve ligt aan de andere kant van de beek en lag dus in Sint-Truiden. Trouwens tot aan de gemeentefusies in de jaren ’70 waren de Zepperenaren aan de overkant van de beek Truienaars en hun officiële straatnaam was Kabei. Daar werd ook een grenssteen gevonden, die nu in Bokrijk staat te pronken, en waar historici het nog steeds niet eens zijn wat het nu precies is: grenspaal, schandpaal, perron, heerlijkheidsteken, mijlsteen…
Uit de beek gevist
De eerste vermelding van de zuil dateert uit 1866. Algemeen rijksarchivaris Charles Piot vond in het Sint-Truidense abdijarchief de passage “Zeppingen IX virgatae terrae magnae jacentes in territorio de Zipingen, juxta magnum lapidem, dictum reensteen, stans in medio”. Maar of Zippingen Zepperen is, blijft een vraagteken. Het verband werd gelegd met Zepperen en met een grenssteen of schandpaal met de tekst D…N…AVANT 1553, in 1861 onder de grond, ontdekt door leden van het provinciaal comité voor monumenten. Vanaf dan begint de steen aan een lijdensweg, van hot naar haar, van de beek naar de kant van de weg tot aan Les Bégards.
Het gemeentebestuur van Zepperen, via burgemeester Henri Paesmans en secretaris Decauter, schreef in april 1922 aan de gouverneur dat “de noodige maatregelen zijn getroffen geworden tot bewaring der gebeeldhouwde kolom, welke geplaatst is langs den openbaren weg, nabij het klooster der Assomptionisten en de woning van Mr. Felix de Pitteurs-Hiegaerts, de zekerste openbare plaats der gemeente om ongeschonden bewaard te blijven.”
Naar de Eynestraat en dan naar Bokrijk
Bij de bouw van de nieuwe gemeenteschool aan de Eynestraat verhuisde de steen naar daar, tot hij daar weg moest wegens verbouwingen in 1962. Toen het afsluitmuurtje en de voortuin plaats moesten maken voor autoparkeerplaatsen, verwittigde de alerte Hasseltse provinciale bibliothecaris en geschiedschrijver Kamiel Stevaux uit Brustem het Openluchtmuseum. Sinds dat jaar prijkt de paal van Zepperen in het Openluchtmuseum van Bokrijk.
Maar wat was de functie van deze paal op de grens tussen Zepperen en Sint-Truiden? Historische bollebozen hebben zich er al 150 jaar hun hoofd over gebroken, en de paal heeft al bijna 10 functies gehad, maar nog steeds zijn ze het niet eens.
En vooral deze vraag leeft nog in Zepperen: wat is de betekenis van de raadselachtige tekst in de hals van de stenen paal van Zepperen uit 1553, nu opgesteld in het Openluchtmuseum te Bokrijk?
– D…N – AVANT – 1553 –
Wie het vindt krijgt het ereburgerschap van Zepperen, eeuwige roem in het kapitteldorp en de eindeloze dank van de Remacluskring … en als hij of zij dood is, een straatnaam cadeau!