De koninklijke familie heeft dinsdag op de nationale feestdag een bezoek gebracht aan het woonzorgcentrum Cecilia in Alken. In het woonzorgcentrum zijn zeventien bewoners overleden aan het coronavirus, terwijl de helft van de bewoners er besmet geraakte. De koninklijke familie – allen met mondmasker – ging er in gesprek met bewoners en vrijwilligers.

Geen défilé met wapengekletter en nieuwe militaire snufjes, maar koning Filip en koningin Mathilde gingen samen met kroonprinses Elisabeth, prins Gabriel, prins Emmanuel en prinses Eléonore naar het zwaar getroffen woonzorgcentrum Cecilia in Terkoest-Alken

Cecilia biedt plaats aan 87 matig tot zwaar zorgbehoevende senioren. 50 procent ervan raakte besmet en 17 bewoners overleden. Een zware tol voor het kleinschalige rusthuis. En trouwens ook voor Alken dat lang de zwarte plek was op de Belgische coronakaart. De koninklijke familie werd op het “eerste feestje” in het woonzorgcentrum verwelkomd door de bewoners en vrijwilligers, in aanwezigheid van onder meer waarnemend gouverneur Michel Carlier, burgemeester Marc Penxten (N-VA) en Jo Vandeurzen (CD&V), voormalig minister van Welzijn en huidig voorzitter van woonzorggroep Integro vzw.

Bij aankomst werd de koninklijke familie getrakteerd op een optreden van jeugdgospelkoor Dolce Canto. Nadien woonden ze in het woonzorgcentrum een optreden bij van het koor Re-Member-Mi, dat door middel van muziek de bewoners met dementie beter tracht te bereiken. De kinderen van het koningspaar sloegen vervolgens een traktatie op een pak frieten niet af. Voor het vertrek luisterde de koninklijke familie nog aandachtig naar enkele liedjes van het Ter Kooster kinderkoor. Van een speciale en aparte 21 juli gesproken! En ondertussen maakten de senioren van Cecilia iets mee waar ze nog lang over kunnen meepraten.