Rond 1700 zag het kasteel er zo uit.
Koning Boudewijn en Fabiola hadden een buitenverblijf in Opgrimbie, Villa Fridhem, en ons huidig koningspaar Filip en Mathilde zouden hun, toen nog prinselijk, oog hebben laten vallen op het kasteel van Veulen. Maar tot een aankoop kwam het nooit en of het kwakkels waren zullen we wellicht nooit weten want “de kroon wordt niet ontbloot”.
Het kasteel van Veulen in 1891
Van de feodale burchten en donjons blijft er nog weinig over: er was ook geen comfort en graaf de zus en hertog de zo woonden later ook liever in huizen met voldoende adellijk comfort, toch stukken meer dan jan modaal zich toen kon veroorloven. Die middeleeuwse kastelen verloren ook steeds leer en meer hun militaire functie zodat de huidige kastelen meer paleizen zijn dan burcht.
Het kasteel in 1810
De Hollanders
Het kasteel van Veulen is ook een verbouwde militaire burcht uit de 12de en 13de eeuw. Veulen behoord trouwens niet tot het graafschap Loon of Luik, maar tot het hertogdom Brabant (Nederland) en later tot de Verenigde Provinciën (Holland). Een reden waarom ze tegen Veulenaars nog steeds de Hollanders zeggen.
Jan van Gutschoven oudst bekende bewoner
De oudste families en geslachten die Veulen bewoonden waren Jan van Gutschoven 1370), de Mérode (1444) en de Berlo (1572). Na de dood van Jean de Berlo, die getrouwd was met Marie d’Argenteau, kwam het landgoed in handen van de Luikse adellijke familie de Mercy d’Argenteau (1599).. Een legendarische bewoner is Graaf de Mercy d’Argenteau (1727-1794). Hij was Oostenrijks ambassadeur bij het Franse hof van Lodewijk XVI en vertrouweling van koningin Marie-Antoinette. Vanaf ongeveer 1745 ziet het kasteel van Veulen eruit als nu.
De hoeve rond 1900
De familie de Donnea
In 1809 verkocht François de Mercy d’Argenteau het kasteel aan de familie de Donnea, actief in de Luikse metaalnijverheid In 2001 verkochten de eigenaars de Donnea het aan de huidige bewoners van het kasteel.
De kasteelhoeve
Het huidige kasteel is gebouwd als een vierkanthoeve in late Maaslandse stijl. De noordelijke vleugel is het eigenlijke kasteel en de overige gebouwen vormen een boerderij. Het ligt in het dal van de Heerse Beek die in de Herk uitmondt en de grachten van het kasteel worden gevoed door eigen bronnen die met de Heerse beek in verbinding stonden. Het domein was in 1912 113 ha groot en vanaf 1935 is het park 12 ha groot. Om het aan te leggen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog dorpsbewoners aangenomen die op die manier ontsnapten aan deportatie door de Duitsers.ij
De gerenoveerde binnenkoer
Volledige renovatie
Het kasteel werd echter toch verkocht: een Nederlander uit schilde de heer Vogel die het ganse kasteel heeft gerenoveerd. In 2001 ving de eigenaar aan met de renovatie van het toch wel vervallen kasteel. Die duurde tot in 2009. Zelfs vloeren en lambrisering werden hersteld en het arabeske behang in één van de salons werd gerestaureerd. Het gebouw telt 20 slaapkamers en 4 badkamers.
Een gevelsteen uit 1669 met het wapen van Jean-François d’Argenteau
Filip en Mathilde niet naar Limburg
Die Nederlander verkocht het domein aan het bedrijf Lakewell uit Boutersem. Maar daarvoor gonsde het van geruchten in Veulen en omstreken dat het kasteel zou verkocht worden aan toen nog prins Filip en prinses Mathilde. Graaf Ghislain d’Ursel van Heks, erg bevriend met de koninklijke familie, zou de tussenpersoon zijn. Maar de graaf van Heks ontkende in alle toonaarden en François de Donnea eveneens.
Gekocht door “garagist” uit Boutersem
In november 2016 schrijft het Nieuwsblad: “Het bedrijf Lakewell uit Boutersem (Nervele) heeft het eeuwenoude kasteel en landgoed van Veulen gekocht. De onderneming wil in Limburg haar activiteit, de restauratie van het interieur van oldtimers, verder uitbouwen. “Het kasteel wordt een hotspot voor klassieke wagens”, klinkt het.” Het stond te koop voor 5,5 miljoen. Ook de hoeve is mee verkocht.
Kasteel moet aantrekkingspool worden
Lakewell, het bedrijf van de nieuwe eigenaar, produceert en restaureert interieurs voor klassieke wagens en oldtimers en geniet wereldwijde faam. “We brengen het bedrijf onder in de hoeve”, zegde koper Wouter Van Der Meer. “Onze activiteiten gaan we uitbreiden, met onder meer belevenistoerisme rond de klassieke auto. Het kasteel moet een aantrekkingspool worden in de wijde regio.”
Het kasteel was indertijd bewoond en dus niet opengesteld voor het publiek, maar daar komt verandering in. “De invulling moeten we nog bekijken, maar op bijvoorbeeld de Open Monumentendag zijn geïnteresseerden zeker welkom”, luidde het toen. “De bedoeling is ook om een aantal evenementen te organiseren. Zo zijn er plannen voor een veiling van klassieke wagens in 2018”, zegde de nieuwe kasteelheer in 2016.
