Minister Annelies Verlinden (cd&v) en gouverneur Jos Lantmeeters hebben in de commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer tekst en uitleg gegeven over de terughoudende aanpak op zaterdag 29 april en zondag 30 april van de ordediensten. Het gedoogbeleid werd door lokale en nationale politici in vraag gesteld. “Het was de enig mogelijke strategie”, aldus Lantmeeters. Hoeveel ravers er op welk moment nu uiteindelijk echt waren en op welk moment is niet duidelijk. En wie telt die eigenlijk?

“De oude luchtmachtbasis van Brustem is meer dan 400 hectare groot, waarvan een groot deel bebost gebied”, zei Lantmeeters in de commissie. “Op het terrein staan 11 hangars voor vliegtuigen en heel wat bunkers. Al heel snel was duidelijk dat kordaat en snel optreden uitgesloten was. Ook al omdat er een bericht van de organisatie was onderschept waarin stond dat de aanwezigen samen moesten troepen en de installaties beschermen.” Lantmeeters en Verlinden trokken de vergelijking met het Le Boum-festival in het Ter Kamerenbos, dat tijdens de coronacrisis hardhandig werd ontruimd, wat ook veel kritiek uitlokte. “Een dergelijk langdurig kat-en-muisspel met de politie wilden we ook koste wat het kost vermijden, net omwille van de uitgestrektheid van het terrein en de aanwezigheid van oude gebouwen en torens. De bedoeling was om op zondag het terrein leeg te krijgen en de rave dezelfde dag nog te beëindigden”, aldus Lantmeeters. “Politiemensen in burger gingen het terrein op om met ravers te ‘onderhandelen’, wat erg moeilijk was omdat er geen leiders waren. We gaven de boodschap dat als ze vandaag zouden vertrekken, we ze met rust zouden laten.” De minister vult aan: “Het gecontroleerd beëindigen is niet hetzelfde als een illegale rave accepteren. Zeven personen die te linken zijn aan de organisatie zijn gearresteerd en ondervraagd. De kosten voor de hulp- en ordediensten, de schade aan de gewassen en infrastructuur en ook het tijdelijke vliegverbod zullen we op hen proberen verhalen.”

Te weinig politie beschikbaar

Opvallend was dat gouverneur Lantmeeters stelde dat er in het bewuste weekend te weinig politiecapaciteit was. “De federale reserve van de federale politie was onbeschikbaar door de stakingsacties bij Delhaize en het Limburgse interventiekorps was nodig voor de ordehandhaving tijdens de finale van de Beker van België.”

Cijfers

Op twee dagen tijd vlogen ons allerlei cijfers rond de oren. Redacteur en columnschrijver Francis Masure verwees er al naar in zijn stuk. “In het weekend van 29 en 30 april verzamelden ‘duizenden’ illegale ravers”, klinkt het in diverse media. “Op het hoogtepunt zondag waren er 10.000 tot 15.000 aanwezigen.” Lantmeeters had het dan weer over 3000 feestvierders op vrijdagavond, terwijl er op dat moment naar de pers werd gecommuniceerd dat het er 5000 waren. Uiteindelijk werden het er 10.000 en op zondag plots 15.000 terwijl ’s avonds om 22 uur bijna iedereen weg was. Hoe kon ineens iedereen zo snel weg geraken? Hoeveel mensen waren er dus echt bij de aanvang? Wie telt die mensen? Hoe wordt er geteld? Waarom was de politie niet eerder op de hoogte van de plannen voor de raveparty? Hoe kan een tweede editie voorkomen worden? Er blijven nog veel vragen over.