Het is weer zover: in de nacht van zaterdag op zondag gaat de zomertijd in. Om 2 uur ’s nachts springen de klokken een uur vooruit, wat betekent dat het meteen 3 uur wordt. Dit houdt in dat we een uurtje minder kunnen slapen, maar in ruil daarvoor blijft het ’s avonds langer licht.

De omschakeling naar de zomertijd vindt traditioneel plaats in het laatste weekend van maart. Het doel van deze aanpassing is om optimaal gebruik te maken van het daglicht, waardoor we ’s avonds langer kunnen genieten van natuurlijk licht. Dit kan niet alleen energiebesparing opleveren, maar het zorgt er ook voor dat veel mensen zich actiever en productiever voelen. Toch is de overgang naar de zomertijd niet voor iedereen even gemakkelijk. Sommige mensen ervaren slaapproblemen of hebben enkele dagen nodig om aan het nieuwe ritme te wennen. Experts raden aan om een paar dagen vooraf geleidelijk de bedtijd aan te passen, zodat het lichaam alvast kan wennen aan de verandering.

Of de zomertijd in de toekomst blijft bestaan, is nog onzeker. De discussie over het afschaffen van de halfjaarlijkse klokverzetting is al jaren aan de gang. Voorlopig draaien we de klok echter nog steeds vooruit en kunnen we genieten van langere avonden met meer daglicht. Vergeet dus niet om in de nacht van zaterdag op zondag je klok een uur vooruit te zetten, alhoewel dat vaak automatisch gestuurd wordt en je niets hoeft te doen.