Onlangs werd in Hangar 27 in Brustem – vlak naast Droneport – de tweede editie van de hackathon Battlefield of Things gehouden, het zenuwcentrum van technologische vernieuwing. Ruim 190 deelnemers werkten 48 uur lang dag en nacht aan oplossingen die militaire operaties met drones efficiënter en veiliger moeten maken. De hackathon vond plaats op een cruciaal moment: wereldwijd staan drones centraal in moderne oorlogsvoering, en ook Defensie zet zwaar in op onbemande technologie. De militaire school van Brustem, Saffraanberg, stelt net nu een nieuwe commandant aan die wil inzetten op samenwerking met Droneport. De toekomst van Defensie wordt in Brustem gebouwd, hier en nu, en ze vliegt.

  • Tekst en foto’s © Rudi De Cock

Een leger aan coders, ingenieurs, AI-specialisten, reservisten en militairen overspoelde zeer recent Hangar 27 in Brustem. De hackathon Battlefield of Things 2: Drones bracht 31 teams samen, die dag en nacht werkten aan vraagstukken rond droneproductie, opleiding van piloten, en het neutraliseren van GPS-storingen. Enkele deelnemers werkten zelfs tot 4 uur ’s ochtends, op cafeïne en adrenaline, 600 blikjes energiedrank en sloten koffie. De toon is er ambitieus: militairen en burgers zoeken er samen naar oplossingen die morgen al inzetbaar kunnen zijn.

Zo was er een team dat in amper tien uur tijd een applicatie ontwikkelde die batterijniveaus van onbemande toestellen, zoals de PUMA Long Endurance, nauwkeurig monitort, essentieel in noodsituaties. De hackathon overstijgt zo het concept van een denktank, het dienst als concrete kweekvijver voor innovatieve militaire toepassingen. “De kruisbestuiving tussen burgerkennis en militaire expertise is wat dit event uniek maakt,” aldus commandant Luc De Clerck. “We verwachten zelfs dat er zo’n zestig reservisten voortkomen uit deze editie.” Voor de deelnemers die wij spraken was dit het eerste tastbare contact met Defensie, en dat liet alvast een sterke indruk na.

Van Brustem tot de frontlijn: de wereldwijde drone revolutie

De hackathon past in een veel bredere context. De oorlog in Oekraïne heeft drones van gimmick tot gamechanger gemaakt. Het conflict geldt als de eerste échte droneoorlog. “Ik zag geen soldaten meer aan het front, enkel drones,” getuigt een Russische krijgsgevangene in een rapport van de Amerikaanse denktank CSIS. Zowel Rusland als Oekraïne zetten dagelijks duizenden drones in. Dat vraagt om steeds slimmere technologie. ‘Jammers’ – toestellen die radiosignalen verstoren – zijn intussen wijdverspreid. Daardoor experimenteren strijdkrachten met drones die via glasvezelkabels worden aangestuurd, of zelfs volledig autonoom opereren dankzij AI. Europese bedrijven zoals Helsing.ai en het Vlaamse Sol.One ontwikkelen zulke ‘loitering munitions’, drones die zelfstandig doelen detecteren en onder menselijk toezicht aanvallen.

Toch blijft ethiek een heikel punt. “Killer drones zijn onethisch,” stelt Sol.One-CEO Filip Verhaeghe. In België geldt voorlopig een voorzichtige koers. In 2024 keurde het parlement een wetsvoorstel goed dat enkel gebruik toelaat van autonome systemen binnen het humanitair recht en onder menselijke controle, een wereldprimeur, al wacht de finale wet nog op bekrachtiging. Defensie volgt de evolutie op de voet. “Bij operaties in Irak merkten we in 2017 al de gevaren van goedkope drones. De hackathon in Brustem moet het begin zijn van een duurzaam Belgisch drone-ecosysteem,” aldus majoor Koen Ceulemans, innovatieofficier bij de landcomponent. Tegen 2028 wil België over 1.500 drones beschikken, voornamelijk voor observatie en logistiek.

Nieuwe wind op Saffraanberg

Terwijl drones steeds belangrijker worden, evolueert ook het militaire onderwijs. Op Saffraanberg, de Koninklijke School voor Onderofficieren, werd afgelopen week kolonel Mario Engels uitgezwaaid. Zijn opvolger, kolonel Vincent Wilmet, is geen onbekende: tussen 2014 en 2017 leidde hij er al de opleiding van vliegtuigtechnici. Nu keert hij terug met een nieuwe missie: Saffraanberg voorbereiden op een Defensie waar technologie centraal staat. Wilmet verduidelijkt zijn nieuwe rol: “Iedereen gebruikt drones: Rusland, Oekraïne… Dus is het nodig onze mensen al vanaf het begin bewust te maken van de mogelijkheden én risico’s van deze technologie. Ik pleit voor een structurele samenwerking met Droneport, dat op een steenworp van onze campus ligt. We kunnen opleidingen aanbieden rond het gebruik, het onderhoud en de programmatie van drones. De brug ligt er, nu moeten we die bewandelen.”

Wilmet, opgeleid aan de Koninklijke Militaire School, begon ooit als leerling-piloot maar bouwde zijn loopbaan verder uit in het onderhoud van vliegtuigen en helikopters. Hij gelooft rotsvast in de integratie van hightech in het leerplan. “De oorlog van morgen vraagt om vorming die de digitale realiteit weerspiegelt.”

Slotbeschouwing: Brustem als Belgisch dronelab

Brustem is geen toevallige hotspot geworden voor drone- en defensie-innovatie. De combinatie van Droneport, de militaire aanwezigheid op Saffraanberg en events zoals Battlefield of Things maken van de regio een broedplaats voor samenwerking tussen overheid, industrie en onderwijs. Wat in Oekraïne aan het front gebeurt, vindt in Brustem zijn laboratorium. En of het nu gaat om apps die batterijen monitoren, AI die doelen herkent of jonge officieren die leren programmeren: de drone-oorlog is geen sciencefiction meer. Hij wordt ontworpen, getest en vormgegeven – hier, in het hart van Haspengouw.