Bij de rusthuizen klinkt er ongerustheid: mensen gaan er dood en coronatests zijn niet voorhanden. Wouter Beke is de gebeten hond, maar het testbeleid is federale materie, schermt de minister zich af.

Uit de sector klinken steeds meer alarmsignalen: er is te laat ingegrepen en de communicatie is slecht.  “Er is te laat ingegrepen terwijl we heel goed wisten dat de woonzorgcentra heel kwetsbaar zijn in deze hele crisis. Oude, zieke mensen die op elkaars lip leven, dat zijn plekken waar het virus vrij spel heeft. Er zijn bovendien niet genoeg middelen, geen mondmaskers, schorten voor het personeel en uitgebreide testen”, klinkt het.

Terechte bezorgdheden
Volgens Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) stonden woonzorgcentra sinds het begin van de coronacrisis als eerste op de agenda, omdat daar de meest kwetsbaren zitten. “Het is alle zeilen bijzetten”, geeft de minister toe. “Ik begrijp zeer goed dat er veel bezorgdheden zijn op het terrein.”

Volgens Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) stonden “woonzorgcentra sinds het begin van de coronacrisis als eerste op de agenda, omdat daar de meest kwetsbaren zitten”. “Het is alle zeilen bijzetten”, geeft de minister toe. “Ik begrijp zeer goed dat er veel bezorgdheden zijn op het terrein.”

Slechts 12.000 tests
Beschermingsmateriaal, tests en vervangingspersoneel zijn drie aandachtspunten voor de minister. Maar het testbeleid is een federale bevoegdheid, zegt hij. “Als de federale overheid ons 12.000 testen geeft, kan ik daar moeilijk op hetzelfde ogenblik 80.000 residenten mee testen”, klinkt Beke scherp. Wel zegt de minister dat er naast de 55 centra waar er uitbraken zijn vastgesteld, nog 30 centra waar geen problemen worden gemeld, worden getest.