Uit een groot bloedonderzoek blijkt dat slechts 3 procent van de Belgische bevolking immuun is tegen het coronavirus. Volgens dit onderzoek had nog maar 3 procent van de bevolking antilichamen tegen het virus in het bloed en toont ons aan dat de overgrote meerderheid van de bevolking vatbaar blijft voor het coronavirus. Dat blijkt uit een studie van de epidemiologen Pierre Van Damme en Heidi Theeten (UAntwerpen), waarover De Standaard en Het Nieuwsblad vandaag berichten.
23/04/20 -Feyza Ozcan

Het onderzoek van UAntwerpen is gebaseerd op 3.686 bloedstalen die in heel België zijn afgenomen. Deze stalen werden 3 weken geleden afgenomen, dus voor de strenge coronamaatregelen werden ingevoerd in ons land, maar immuniteit is pas zichtbaar 2 weken na een besmestting. Het zegt ons dus iets over besmettingen van 5 weken geleden. In samenwerking met grote laboratoria hebben de onderzoekers in de bloedstalen gespeurd naar antilichamen tegen sars-CoV-2. De aanwezigheid van deze antilichamen in het bloed betekent dat het immunsysteem heeft gevochten tegen het virus. Voor België betekent dit dan ongeveer 3 procent immuniteit en dat is gelijkaardig met de andere Europese landen, waar de immuniteit ook ligt tussen 1 en 5 procent.

Groepsimmuniteit ligt nog ver
Ondertussen zou dit cijfer ongetwijfeld iets hoger liggen, maar wellicht niet veel hoger werd vandaag gezegd op de persconferentie. Dat betekent dus dat wij nog ver weg van groepsimmuniteit zitten ondanks de dalingen in het aantal besmettingen in ons land. Om te kunnen spreken van groepsimmuniteit, zou minstens de helft van de bevolking antilichamen moeten hebben. De regering zou rekening moeten houden met een bevolking die nog steeds zeer vatbaar is voor het virus bij de versoepeling van de maatregelen.