Een stad vandaag moet er vooral sjiek uitzien: mooie wegen, pleinen met fonteinen, marmer en kunst, proper en gastvrij. En onze politici van vandaag doen er alles aan om onze stad dergelijk uitzicht te geven.

600 jaar geleden zag een stad er gans anders uit. Vaak werd het afval op straat gegooid en soms een keer per week opgeruimd. Dieren liepen los door de straten en deden overal hun behoeften. Er was vaak overlast van ongedierte, die vervolgens een belangrijke oorzaak waren voor het verspreiden van ziekten.

Stinkende boel
Mensen woonden dicht op elkaar in schamele lemen huisjes, vaak sliepen meerdere familieleden in één bed. Ziekten werden zo makkelijk verspreid. Het woord ‘hygiëne’ bestond nog niet (ook niet bij de rijken). Kortom, een stad was vaak een “stinkende boel” en het is dan ook niet abnormaal dat het rijke volk de stad ontvluchtte. Denk maar aan Lodewijk XIV die Parijs ontvluchtte en naar Versailles trok.

In Sint-Truiden was dat niet anders. Jean Henri Paul Ulens, burgemeester van de stad liet in de 19de eeuw een kasteel bouwen in … Rochendael in Bevingen. En de abten van de abdij hadden ook hun buitenverblijf, zoals dat nu heet, een “speelhof” om aan de miserie van de stad te ontsnappoen.

Huis van plaisantie
Het Speelhof werd in 1585 gebouwd door abt Christoffel de Blocquerie en bleef tot 1796 eigendom van de abdij, een plek waar abten en monniken zich kwamen ‘ontspannen”, weg uit de drukke stad. Dat ze in die stad nog een reusachtige abdij hadden, voor slechts een 25-tal monniken, kon hen er niet van weerhouden. Ze hadden zelfs nog andere ‘buitenverblijven’ maar daarover later meer.

Het was dus abt de Blocquerie die het goed in Schurhoven verwierf als ‘huis van plaisantie’. De abten Jozef van Herck en zijn opvolger Remi Motaer voerden heel wat vernieuwingen door in het Speelhof. Het jaartal 1777 op het poortgebouw verwijst hier naar.

Weer de Pitteurs
In 1797 werd het Speelhof met meer dan 77 bunder grond (ongeveer evenveel hectare) verkocht aan een voormalig Minderbroeder Laurent Willems die het verder verkocht aan de familie de Pitteurs. Dat waren meesters in het kopen van goedkope kerkelijke goederen (kasteel van Ordingen, kasteel van Zepperen, kasteel van Brustem).

Stadsdomein
De grafelijke familie d’Irumberry de Salaberry de Beaufort, erfgenaam van de laatste de Pitteurs, verkocht het Speelhof in 1989 aan de stad. Dat was vooral onder impuls van toenmalig burgemeester Jef Cleeren die zijn leven lang op het Speelhof had gewoond omdat zijn vader er conciërge was. Voor hem was het de overwinning van de kleine man op de pretentieuze adel die het grafelijk goed, toen nog 11 hectare, verkocht voor een prikje: 20 miljoen frank (500.000 euro). Vanaf dat moment werd ’t Speelhof het onderwerp van de wildste plannen van politici, ondernemers en fantasten. Een congrescentrum, de inplanting van het ziekenhuis tot zelfs een nieuw stadion voor STVV.

Brand doet nadenken
Het zestiende-eeuwse Speelhof van Sint-Truiden beleefde in 2013 een rampjaar. Zo werd het opgeschrikt door een uitslaande brand in de conciërgewoning van het kasteel. En door de graafwerken en waterbemaling aan het naburige stedelijke woonzorgcentrum Villa Rosa zakte het kasteel stilaan weg. Zo erg dat burgemeester Veerle Heeren (CD&V) de toegang tot het kasteel uit veiligheidsoverwegingen moest sluiten voor publiek.

Meteen ook de start om toch eens ernstig te gaan zoeken naar een oplossing. Met de subsidiëring onlangs van de Vlaamse overheid kan de stad beginnen met invulling te geven aan de site. Het Speelhof van Sint-Truiden wordt gerestaureerd en mag op een premie van 3,3 miljoen euro rekenen. Naast de opwaardering van de monumenten op de site, komt er ook meer ruimte voor toerisme, horeca, ontspanning en educatie. Op die manier wil de stad inzetten op een geïntegreerde erfgoedzorg. De stad legt daar nog eens 4 miljoen euro bovenop zodat de restauratie uiteindelijk 15 keer meer gaat kosten dan de aankoop.

En dat allemaal … omdat die monniken niet tegen de geur van varkensmest konden!