De prachtige Norbertijnerpastorie in Kozen.

Refugiehuizen waren steeds een onderdeel van de economische belangen van een abdij in een bepaalde regio, en de aanwezigheid van de norbertijnen of Witheren in onze regio was groot.

Ze hadden trouwens twee (en waarschijnlijk meer, maar verdere info was niet vindbaar) parochies ‘in handen’, Kozen en Brustem. Dat de abdij van Averbode ûberhaupt bestaat is te danken aan Arnold II, graaf van Loon, in 1134. Toch ook weer een Limburger (en wereldburger).

De J. Claesstraat in Zepperen
Onder de norbertijnen was er ook één beroemde Truienaar, Jacob Claes, Jacobus Gorcomiensis, geboren in Zepperen op 10.03.1752 als zoon van Henri en Catharina Vecoven. Hij was als onbemiddeld student Ingeschreven in college Het Varken in Leuven vanaf 1771 en trad in als Premonstratenzer te Averbode in 1773. Zijn kloosternaam verwijst naar een 16de-eeuwse norbertijn en martelaar van Gorcum. De priesterwijding ontving hij in 1776, waarna aanstelling als kapelaan te Wezemaal in 1784 en te Veerle in 1789, vervolgens penitentiarius te Kortenbos vanaf 1795. Hij werd door het Franse bestuur gevangengenomen en naar Oléron gedeporteerd van december 1798 tot november 1800, waarna hij tot zijn dood in 1828 pastoor van Oostham was. Jacob was schrijver van moraliserende volksboekjes in dialoogvorm die lange tijd herdrukt werden en nog in 1930 herwerkt door premonstratenzer Xaverius Adriaensen onder de titel “In de kluis”.

Talrijke verbouwingen
Het refugiehuis van Averbode stond op de hoek van de Clockemstraat en de Sluisberg. Als je in de Clockemstraat richting Sluisberg wandelt, dan valt de renaissancegevel rechts je onmiddellijk op.

De stichting van het refugiehuis klimt op tot de 13de eeuw, maar van dit gebouw is vrijwel niets bewaard. In 1555 werd een nieuw refugiehuis gebouwd. Het oudste deel is de huidige oostvleugel van het complex in de Clockemstraat. Het gebouw werd stelselmatig uitgebreid met verschillende vleugels en, zo ontstond een vierkant gebouw met binnenkoer. De zuidgevel werd opgetrokken in 1598.

De renaissancegevel in de Clockemstraat.

De gevel die je ziet vanuit de Clockemstraat is de voorgevel, fraai versierd met renaissance elementen en centraal een beeld van Johannes de doper.  De oostgevel aan de Sluisberg valt op door de mergelstenen speklagen en in het fronton de leuze ‘Ne quid nimis’ van abt Volders van Averbode. Het rechtergedeelte van de zuidvleugel is uit 1598 en toont het wapenschild van abt Valentijn Matheus.

Onze-Lieve-Vrouw, Behoudenis der Kranken.

Hommeles tussen Sint-Truiden en Kozen 
Met de parochie Kozen kregen de Witheren van Averbode een kroonjuweel in handen. In 1636 plaatste Elisabeth van Oeteren een O.L.Vrouwebeeldje in een eik ter bescherming van reizigers. Drie jaar later stond er reeds een kapel, zo groot was de volkstoeloop die nog beter gekanaliseerd werd met de bouw van de basiliek in 1644. We lezen in de Kronieken van de Abdij van Sint-Truiden: “Augustus 1644. “In die tijd begon het beeld van de Moeder Gods te Kortenbos door zijn mirakelen bekendheid te verwerven. Naar aanleiding daarvan rees er een grensincident tussen de inwoners van Sint-Truiden en die van Kozen want beiden maakten ze aanspraak op de eik waaraan het beeld bevestigd was. Na een bespreking werd een minnelijke schikking getroffen ten voordele van de Kozenaren en om in de toekomst elke betwisting te vermijden bakende men een scheidingslijn tussen beider gebied met stenen palen af. Er ontstond een gehucht dat zich over meer dan één dorpsgebied verbreidde en groeide dankzij de toevloed van bedevaartgangers”. Of hoe de financies van Onze-Lieve-Vrouw leiden tot burentwisten waarin de Witheren zich zeker, als “eigenaars” niet onbetuigd zullen gelaten hebben. Trouwens als straf moest … Kozen bij de gemeentefusie naar Nieuwerkerken en kwam Kortenbos alsnog naar … Sint-Truiden. Historische gerechtigheid na 333 jaar!

De Ursulinen
Bij de komst van de Fransen en de publieke verkoop van kerkelijke bezittingen bevond het gebouw zich reeds in privaat bezit, namelijk van de familie Roberti. Sinds 1864 wordt het complex betrokken door de zusters ursulinen die aan het gebouw nog meerdere toevoegingen deden eind 19de en begin20ste eeuw in de Ursulinenstraat en de Sluisberg. Zij maakten er een meisjesschool van. Omstreeks 2015 werden deze gebouwen verbouwd tot sociale appartementen terwijl de meest recente schoolgebouwen werden gesloopt.

Vaak denken we aan kant in de vorm van Brugse kant, maar het moderne kantklossen geeft heel andere resultaten.

Het oudste gedeelte in de Clockemstraat herbergt ook het “Museum van Hedendaagse Kantwerken” en toont kantontwerpen en -werken van de zusters ursulinen uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. Ook een collectie oudere kantwerken van de zusters wordt er tentoongesteld. Momenteel is ze gesloten (corona, weet je wel) maar zuster Beatrice woont er nog en hoopt dat het kantmuseum na de lockdown weer kan openen. Toch even bellen naar de Dienst voor Toerisme in Sint-Truiden.

 

De stad Sint-Truiden heeft het Ursulinenklooster in erfpacht, voor 50 euro per jaar!