De coronacrisis zet veel Vlamingen aan om de eigen buurt te (her)ontdekken en vers voedsel aan te kopen in de korte keten. 67% van de producenten in de korte keten zegt nu een hogere omzet te draaien dan normaal, maar dat resultaat kwam er niet vanzelf. Ruim de helft van de producenten deed hiervoor ook extra inspanningen.

De koopervaringen van de nieuwe klanten in de korte keten zijn positief. De klanten waarderen het directe contact met de boer en de versheid van de producten. Groenten, fruit, aardappelen en eieren zijn de grootste succesproducten. Dat zijn ook de producten die het in ‘gewone’ tijden het beste doen in de korte keten. Dit blijkt uit onderzoek dat VLAM, uitvoerde bij producenten en klanten van de korte keten.

De coronacrisis heeft een grote invloed op het koop- en kookgedrag van de Vlaming. De Vlaming is verplicht om zelf zijn potje te koken en koopt meer voeding aan. Niet alleen voedingswinkels zien hun omzet stijgen, ook de producenten in de korte keten. In week 12 en 13 (NA de hamsterweek bij de aankondiging van de lockdown) steeg de omzet in de korte keten met 29%. Het aantal klantenbezoeken nam ook toe, terwijl de supermarkten net minder winkelbezoeken tellen per klant maar de winkelkarren waren wel voller.

Uit een bevraging die VLAM organiseerde bij producenten in de korte keten blijkt bovendien dat:
• 67% zegt nu een hogere omzet te draaien (40% spreekt over een omzetstijging van meer dan 20%);
• 31% zegt nu dat de meeste vaste klanten nu vaker kopen dan normaal (tegenover 16% die stelt de meeste vaste klanten nu minder vaak kopen);
• 83% zegt nu meer nieuwe klanten te hebben dan normaal;
• vooral boeren die groenten, fruit, aardappelen of eieren verkopen, halen beduidend positievere cijfers. Deze gunstige resultaten kwamen er niet vanzelf. Ruim de helft van de producenten heeft extra inspanningen gedaan:


De producenten verloren een deel van hun gewone cliënteel: klanten op (boeren)markt(en), klanten die verder weg wonen, horeca, scholen en bedrijven. Er kwamen ook nieuwe klanten bij: consumenten die de lokale boer willen steunen, winkelbezoeken willen vermijden en in eigen buurt willen kopen. De ervaringen van de nieuwe kopers waren positief, namen aankoopdrempels weg en ontkrachtten enkele misvattingen die heersen over korte keten.

De vijf voornaamste misvattingen:
– het assortiment is klein. Dit blijkt niet het geval. Vaak verruimen producenten hun assortiment met producten van andere producenten.
– Beperkte openingsuren. Vaak zijn er bovenop de ‘winkel’ ook automaten beschikbaar waar men 24/24 u terecht kan.
– De producten zijn veelal duurder. Dat is niet per se het geval. Het hangt ook af van het soort product (zie verder).
– Moeilijk bereikbaar: op www.rechtvanbijdeboer.be kan je zoeken naar een verkooppunt in je eigen buurt.
– Enkel cash betalen is mogelijk. Ook alternatieve betaalwijzen zijn goed ingeburgerd in de korte keten.

70 miljoen omzet in 2019
Eén op de vijf Vlamingen kocht vorig jaar al eens op de hoeve en/of de boerenmarkt en hij deed dit gemiddeld 9 keer over heel het jaar. De omzet van de rechtstreekse verkoop op de hoeve en de boerenmarkten bedroeg in 2019 70 miljoen euro in Vlaanderen.

De grootste omzetmakers in de korte keten waren groenten en fruit (35%), gevolgd door vlees (22%), aardappelen (14%), zuivel (11%) en bloemen en planten (6%).

Waarom kopen in de korte keten
De consument heeft een positief gevoel over korte keten omwille van de kwalitatieve producten, de winkelbeleving en duurzaamheid. Hij wil ook de lokale boer steunen en minder voedselkilometers realiseren. Voor een aantal producten ervaart hij ook een prijsvoordeel. De hoeve is het goedkoopste aankoopkanaal voor aardappelen. Voor groenten, fruit en onbewerkt vlees zijn de prijzen op de hoeve vergelijkbaar met de prijzen van de supermarkt.