De Cicindria is een beek die ontspringt op een hoogte van 120 meter nabij de taalgrens in Hasselbroek, een gehucht van Jeuk. De bron van de Cicindria bevindt zich bij het Kasteeldomein van Hasselbroek.

De Cicindria stroomt in noordelijke richting en mondt uit in de Melsterbeek in de buurt van Melveren. Er loopt via Buvingen, Muizen en Kerkom-bij-Sint-Truiden richting Sint-Truiden. Ter hoogte van het voormalige militaire vliegveld stroomt de beek onder de landingsbaan door.

In het centrum van Sint-Truiden is de beek volledig overwelfd. Nabij het begijnhof loopt de Cicindria weer bovengronds. Enkele honderden meters verder stroomt de Cicindria in de Melsterbeek, een zijrivier van de Gete. Het was een erg belangrijke beek, want ze leverde water in de stad en er werden tal van watermolens op gebouwd. Een van die molens was de Abdijmolen in de Abdijstraat. En het was ook de eerste riolering van de stad want Truienaren kieperden hun “shit” ongelimiteerd in de Cicindria. Die stonk toch al als de pest!

https___static-hbvl-be_assets_images_upload_2016_01_30_jcr-020812-abdijstraat03f031b4c4-62f7-11e5-b0cf-01c7cdcf8629_originalOp woensdag 5 augustus 1992 werd heel Sint-Truiden uit zijn slaap gerukt. Om 02.20 uur was het alsof er een zware bom in de stad viel. Maar het was de Cicindria die ontplofte. Aan de abdij van het kleine seminarie hadden zich methaangassen van de overwelfde beek opgehoopt. Wellicht ging het organisch afval in de beek door de warmte aan het gisten en ontplofte de hele handel op woensdag 5 augustus 1992. De aanpalende gebouwen liepen voor een paar miljoen euro schade op. Een deel van de abdijmuur stortte in en het Cicindriahotel, in de buurt van de ontploffing, werd ontruimd. Daar vertoonde de muur barsten en waren zowat alle ruiten gesneuveld. De explosie maakte een spoor van vernieling over een kilometer, het Hoevemuseum in de 17de -eeuwse abdijhoeve en de abdijmolen waren er het ergst aan toe.

De Schijtbeek
De Cicindriabeek was al jaren een doorn in het oog van de Truienaars. De geur van vers fruit was ver zoek en bij warm weer hing er een ondraaglijke stank in de buurt van de beek die door een deel van het centrum liep.

27Het nieuws, dat iedereen toen eigenlijk al kende, volgde enkele dagen later. Er werd een proces-verbaal opgesteld tegen Vilbeluik (Smets-Usé). De provinciale milieu-inspectie voerde een onderzoek en leek uit te komen bij “Fedaer”. Het bedrijf, dat vooral kadavers verwerkte, loosde 22-5afvalwater in de beek. Maar ook Erdal en de fruitveiling gebruikten de beek voor dezelfde doeleinden. Smets-Usé, vooral gespecialiseerd in beenderverwerking, legde in het voorjaar van 1995 de boeken neer. Slecht nieuws voor de 75 werknemers, maar heuglijk nieuws voor het actiecomité in de buurt dat zich verzette tegen de stank van de werkzaamheden. Een echt bewijs werd echter nooit geleverd. Wel bleek achteraf dat er overal schade was waar de ingekokerde beek langs kwam en dat gas- en waterleidingen ook beschadigd waren.

De abdijmolen dateert van 1125 en kreeg in 1767 zijn huidige vorm. De Cicindria zelf had ook toen al geen al te beste naam, men sprak zelfs in Sint-Truiden van de Schijtbeek. De ontploffing had ook gevolgen voor de gewone mens: de stoep in de abdijstraat werd afgesloten, er was instortingsgevaar, kortom de veiligheid was in het gedrang. En toch duurde het 25 jaar voor aan deze kankerplek (excuseer voor het woord, want dat heeft in Sint-Truiden een nogal andersluidende weerklank) in het hartje van het stadscentrum iets gedaan werd.

24-225 jaar niks gedaan
De ramp gebeurde onder CVP-burgemeester Jef Cleeren, maar we moeten toegeven dat je op anderhalf jaar tijd dergelijk dossier niet kan uitspitten. Jef verdween eind 1994 uit de burgemeesterszetel en ruimde de plaats voor de socialist Ludwig Vandenhove. Die bleef burgemeester tot eind 2012 maar aan de molen gebeurde niks! Burgemeester Veerle Heeren (CD&V) kwam in 2013 aan de macht. De schade indertijd bedroeg vele miljoenen, maar dat was een zaak voor verzekeringen. Toch kwam er eindelijk schot (sorry voor het in deze context ongepaste woord) in de molen. In oktober 2015 startten de werken en op 28 januari 2016 kon de molen opnieuw aan het publiek voorgesteld worden en mochten voetgangers weer langs de Abdijstraat passeren. Om het authentieke uitzicht te bewaren deed men beroep op de expertise 26-2van het Limburgs Agentschap Onroerend Erfgoed en aan de binnenzijde moest een metalen stut de muur stabiliseren. De vzw Abdij Stad en Regio zorgde voor een nieuw molenrad en daarmee was het molenleed geleden.

En het Hoevemuseum?
Niet echter het leed van het Hoevemuseum. Bij de ontploffing waren drie zalen nagenoeg vernield en het zwaargehavende gedeelte werd gesloopt. Een gedeelte van de collectie verloren ging. Rond 1996 werd de professionele omkadering van het museum afgebouwd. Kort daarna werd een bijgebouw, dat dienstdeed als depot, afgebroken. Enkele werktuigen werd in een loods in een deelgemeente opgeslagen. Wat hiervan moet komen, is koffiedik kijken. Het levenswerk van cultuurschepen Marcel Gelders (VLD) verdient een betere behandeling, en als men toch geen plannen heeft om ooit het museum opnieuw op te starten, dan zou men best de collectie cadeau doen aan het Fruitmuseum in Borgloon. Daar hebben de toeristen er tenminste nog iets aan! En zo blijft de belangrijkste monumentenstad van de provincie zonder een eigen stedelijk museum. Want dat vloog de lucht in op 5 augustus 1992.