Het heeft niet veel gescheeld, of Kerkom was bij de gemeentefusie Gingelom geweest, maar de partijpolitiek wilde dat de kleine gemeente Sint-Truiden werd. En laat het nu net daar zijn dat de Bink geboren is.

Voor de niet-Truienaren, de inwoners van de stad van Trudo hebben een bijnaam, de Binken. Het woord komt van het Bargoens van 1731, een dieventaaltje, en wil “man” zeggen of kerel, schavuit en stoer doener. Omdat de waarheid zijn rechten heeft, elk dorp had een bijnaam, zo noemen ze de Zepperenaren de “Bosdabbers”, de Wellenaren de “Bokkenrijders” maar dat is een ander verhaal.

Evarist Clerinx studeerde in de 19de eeuw geneeskunde, maar in zijn voorlaatste jaar deed hij een enorme carrièreswitch. Hij wilde brouwer worden. Hij was de zoon van landbouwer Felix en Anna Vanmarsenille en kocht in 1878, samen met zijn schoonvader die brouwer was in Hoei en Lantin, de afspanning “La Renaissance” langs de Naamsesteenweg in Kerkom en bracht er een bierbrouwerij in onder. Rond 1912 moet hij ook nog schepen geweest zijn in Kerkom.

“Vreugde komt uit de kelder”
Hij produceerde enkel bier in tonnen, en de verspreiding ervan was niet zo groot: niet verder dan de afstand die een paard heen en teug kon afleggen in één etmaal. Vooral de Reus was erg in trek, een, bier van hoge gisting, waarvan de kwaliteit bepaald werd door het water van de Cicindria, dat bij de bron werd afgetapt.

Naast cafés waren het vooral bemiddelde burgers die het bier kochten en er steeds een voorraad van in de kelder liggen hadden. “De vreugde moet uit de kelder komen” was een populair gezegde in Limburg dat bij het begin van de Eerste Wereldoorlog 127 brouwerijen rijk was.

Cristal Alken concurreert Kerkom dood
Tijdens de oorlog van 14-18 eisten de Duitsers de brouwerij op en toen in 1920 de brouwerij heropgestart werd, stond Paul Clerinx, de zoon van stichter Evarist, aan het roer. Het zou echter nog tot 1932 duren alvorens men met 37.100 kilo mout de vooroorlogse productie kon evenaren. Ondertussen was er in de buurt een brouwerij met succes uit de grond gestampt: de brouwerij van Alken dat met zijn Cristal Alken rake klappen toediende. Cristal Alken was een pilsener bier dat in mei 1928 als eerste pils in België werd gecreëerd door Jozef Indekeu en Edouard Boes te Alken.

Toch overleefde de brouwerij van Kerkom de Tweede Wereldoorlog. In 1952 komt Jean Clerinx aan het bewind in Kerkom. Zijn geloof in een typische streekbrouwerij was groot, maar na enkele jaren moest hij de strijd tegen de pilsbieren moeten opgeven en stopte met brouwen,. Zelf ging hij in 1968 aan de slag bij de brouwerij die hem had weggeconcurreerd, de Brouwerij van Alken.

Microbe weer te pakken
In 1988 ging hij met pensioen, precies 20 jaar na de sluiting van zijn brouwerij. En hij wordt weer behekst door de brouwersmicrobe en heropent de brouwerij van Kerkom. Hij laat Limburg kennismaken met de Bink, een blond, droogbitter bier met laag alcoholgehalte (5,5%). De meeste Belgische brouwers zweren dan bij het gemakkelijke zoete product, ook al om de vrouwen te verleiden. Ook Jean Clerinx geeft toe en later komt er de iets zoetere donkere Bink bij. Volgens Jean om de dames te plezieren die hem nogal eens om een zoetere variant vroegen.

Geen opvolging
En dan komt voor Jean het probleem waarmee tal van brouwers af te rekenen krijgen: zijn kinderen willen de brouwerij niet overnemen. Gelukkig vindt hij in Marc Limet een bierenthousiasteling die de brouwerij in 1999 onder de arm neemt. Die komt meteen met twee nieuwe Binkbieren: de Bloesembink, een lentebier verrijkt met perensiroop, en het Winterkoninkske voor het koude seizoen. Op vraag van de stad komt er ook een abdijbier, de Adelardus, één van de belangrijkste abten van de Trudoabdij in de varianten Bruin en Tripel.

De Reuss herboren
Bij het 125-jarig bestaan van de brouwerij herintroduceert Marc Limet ook het versnijbier Reus op basis van zijn Bink Blond (80%) en Lambiek van Boon uit het Pajottenland (20%), een blond bier van gemengde gisting, ongefilterd met nagisting op fles. En hij produceerde ook bieren op bestelling: de Assumptionist was bijvoorbeeld een bier dat gebrouwen werd ter gelegenheid van het eeuwfeest van het Sint-Aloysiusinstituut in Zepperen. Ondertussen werd ook de brouwerij volledig vernieuwd om tegemoet te komen aan de (te) strenge hygiënenormen van het Federaal Voedselagentschap.

Maar een lekkere Bink, in al zijn vormen, smaken en kleuren, kan je nog steeds drinken in het gezellige café, het leuke terras op de binnenkoer, vergezeld van een lekker hapje. En dat de Bink Brouwerij een kwaliteitsbrouwerij is, bewijzen de prijzen die Marc Limet met zijn brouwsels overal ter wereld heeft gewonnen.

“We brouwen het hier, we drinken het hier en wat over is, leveren we. Geniet van onze authentieke Haspengouwse bieren: bij ons, op café of bij je thuis.”