Dat gebouwen in de loop van de geschiedenis van bestemming veranderen, hebben we al vaker gezien: kasteel wordt school en woonzorgcentrum, klooster wordt kasteel en school, boerderij wordt klooster en hotel…
Hetzelfde kunnen we ook zeggen van het Oud Atheneum, “den aa attenei” in de Zoutstraat, van legerdepot tot woonkazerne, school, verenigingsgebouw en …?
Het leger heeft steeds een belangrijke rol gespeeld in Sint-Truiden, niet alleen de vliegbasis, die op 8/11/2021 precies 25 jaar dicht was, en de Technische School van de Luchtmacht, maar zeer zeker en al veel vroeger in het stadscentrum aanwezig met het Eerste Regiment Jagers te Paard, de cavalerie.
Sint-Truiden wordt garnizoensstad
Toen in 1830 de Hollanders naar de overkant van de Maas verdreven waren, kwam met ook in Sint-Truiden tot het inzicht dat de stad maar zeer matig verdedigd kon worden in geval van conflict en op de gemeenteraad van 19 november 1830 werd een oplossing gevonden in de oprichting van de Garde Civique. Maar dat zou niet volstaan op de Truiense vrijheid te garanderen, en dus werd er gezocht naar een echte militaire aanwezigheid in de stad, infanterie of cavalerie. Het zou nog duren tot 1834 alvorens het eerste garnizoen in Sint-Truiden arriveerde, zolang duurden de onderhandelingen tussen stad en regering. Maar een echte garnizoensstad werd de stad van Trudo nog niet. Daarvan zou pas sprake zijn in 1837.
Kazerne, manege en depot
Toen werd op de plaats van het “Scuttershof”, tussen de huidige Zoutstraat en de Kazernestraat, langs de stadswal Stapelpoort op de plaats van de voormalige refugie van de abdij van Nonnemielen een cavaleriekazerne gebouwd. Dat “Scuttershof” was het Gildehuis en het oefenterrein van de boogschutters van Sint-Maarten. In die kazerne kreeg de politie ook een ‘politiezaal’ en een gevangenis. De stad huurde toen ook al vlug een oefenterrein van 4,5 ha tussen Terkelen en de Senselberg tot rond 1897 en daarna een terrein van 5 ha in Bautershoven. Voor het Eerste Regiment Jagers te Paard werd in de Logebeekstraat, een beek die extra muros langs de stadswallen liep, op de plaats van een voormalige kareeloven ook een manege gebouwd. Die werd later stadsfeestzaal en nu, op de voorgevel na, afgebroken om plaats te maken voor appartementen.
Tijdens de twee wereldoorlogen werd de kazerne zwaar beschadigd, maar toch werd er tijdens het interbellum, volgens de enen in 1920, volgens anderen in 1936 maar bronnen bij de stad wijzen op 1933 als datum van voltooiing, naast de kazerne een depot gebouwd voor de opslag van kleding en lichte wapens, en dat depot werd het oud atheneum. Na de Tweede Wereldoorlog verloren kazerne en depot hun militaire functie en het nog bruikbare depot werd een woonkazerne, waar behoeftige dakloze Truienaren onderdak vonden. Dat depot staat er nog steeds, de aanwezigheid van de kazerne wordt alleen bevestigd door een straatnaamplaatje.
Rijksonderwijs zocht nieuw onderdak
Ondertussen worstelde het toenmalige Rijksonderwijs met problemen in de Diesterstraat: te klein, niet aangepast, een nieuwe lokalisatie was broodnodig. Directeur Frans Saenen (1945-1950), die de Rijksmiddelbare School uitbouwde tot Koninklijk Atheneum, liet de oude legerdepot grondig verbouwen en in 1948 verhuisden de jongens van de Diesterstraat en de meisjes van de Capucienessenstraat naar het aangepaste gebouw in de Zoutstraat.
In 1985 verhuisden de basisschool Schuttershof en het Koninklijk Atheneum naar een nieuwbouw op Tichelarij zodat het oude depot weer leeg kwam te staan en na een tijd dreigde te verloederen. Politici en regering zochten naar een oplossing om het historisch gebouw op de hoek van de Breendonkstraat en de Zoutstraat te bewaren, en in 2001 werd het aangekocht door de stad om het ter beschikking te stellen van allerlei verenigingen.
2019: iedereen eruit!
Een donderslag bij heldere hemel kwam er in 2019. Een twintigtal verenigingen verloren hun stek in het Oud Atheneum in de Zoutstraat in Sint-Truiden. Want het gebouw, eigendom van de stad, zou verkocht worden en moest plaats maken voor appartementen. Renovatie (één miljoen) was te duur en onverantwoord, klonk het toen bij de meerderheid in de gemeenteraad. En de verenigingen mochten gerust zijn, ze zouden een nieuwe werkplek krijgen. Het gemeentebestuur kocht zich nog voor de deadline wat tijd door de datum van sluiting te verlaten van 2019 tot 2020. Maar of alle verenigingen nu onderdak zijn, we naderen trouwens het einde van 2021, is nog helemaal geen zekerheid of het zou moeten dat deze verenigingen op eigen houtje een nieuw dak boven het hoofd vonden. “Van legerdepot tot woonkazerne, school, verenigingsgebouw en …”, vroegen we ons af in onze aanhef. En die vraag blijft!