In 1907 vond in Sint-Truiden de Provinciale Tentoonstelling van Limburg plaats. Zes jaar na de ontdekking van steenkoollagen in Limburg greep de provincie alle kansen om haar troeven in de markt te zetten. De expo liep van juni tot oktober en zorgde in de zomermaanden voor een ware stormloop. Sint-Truiden kreeg ruim 500.000 bezoekers over de vloer. Een opsteker nadat het haar leidende positie aan Hasselt moest afstaan.

 

Op een terrein van 140.000 vierkante meter verrezen tentoonstellingspaviljoenen, een grote feestzaal, restaurants, drankgelegenheden en kraampjes. Kroonstuk waren het Paleis der Mijnen en het paviljoen van de Duitse steenkoolmijnen van Dahlbusch. Congressen, concerten, eetfestijnen, sportmanifestaties, filmvoorstellingen en vuurwerk zorgden voor vermaak en inkomsten. Tussen 29 juni en 6 oktober bezochten ongeveer 500.000 mensen de tentoonstelling, een ongeziene massa voor die tijd. Hoogtepunt was het bezoek in de zomer door koning Leopold II, vergezeld van zijn dochter prinses Clementine en twee ministers. De ontvangst van de koning werd grootser georganiseerd dan tegenwoordig het geval is. Militairen moesten klaarstaan aan het station bij de aankomst van de koning. Ze moesten een schot in de lucht lossen bij zijn aankomst en bij zijn vertrek. In een andere brief werd gevraagd dat zowel de burgemeester als de gouverneur koning Leopold zouden ontvangen in een uniform. Ook prins Albert kwam op bezoek, samen met honderdduizenden ‘speelreizigers’ want het woord toerist was nog niet uitgevonden.

Het evenement werd groots afgesloten met luchtballonnen, concerten en vuurwerk. De expositie, door Truienaren uiteraard ‘dexpoziesse’ genoemd, dateert uit de tijd toen belangrijke uitvindingen als telefoon, automobiel en grammofoon op wereldtentoonstellingen aan het publiek werden voorgesteld. Ook het witte doek en de eerste cinemazaal was er terug te vinden.

Einsteintelescoop

Een nieuwe expo ziet de huidige gouverneur Lantmeeters niet zitten. Hij plaatste Sint-Truiden onlangs zelfs onder curatele. “We kunnen onze energie beter steken in nieuwe projecten zoals de Einsteintelescoop”, aldus Lantmeeters. “Daarmee gaan we na de steenkoolmijnen opnieuw naar de ondergrond om met zwaartekrachtgolven het ontstaan van het heelal, de sterren en zwarte gaten te onderzoeken. Limburg heeft samen met Nederland en Duitsland een dossier hiervoor ingediend. Hopelijk kan het in 2031 van start gaan en dat zal meer betekenen voor de provincie dan een wereldtentoonstelling”, aldus de gouverneur.

Foto’s © Media Haspengouw