“Het kan verkeren”, zegde Bredero 400 jaar geleden, waarmee hij wilde zeggen dat het leven nogal eens kan veranderen.. Neem nu het leven van wat we nu kennen als “De Veva” in Zepperen.

In september vorig jaar werd hij ingehuldigd, weliswaar een jaartje te laat, maar minder enthousiaste buren hadden de werken vruchteloos laten stilleggen wegens vermeende overtredingen. We hebben het over De Veva, het ontmoetingscentrum dat de stad in Zepperen bouwde om de plaatselijke bevolking en de verenigingen een complex te geven waar ze terecht konden voor hun buurtactiviteiten of hun verenigingsmanifestaties, van toneel tot feestvergadering, van een bestuursvergadering tot een babyborrel. Daarvoor werd de gemeenteschool opgeofferd, nu ja opgeofferd, het gebouw uit de dertiger jaren werd opgekalefaterd en heringericht, gestript en uitgebreid, samen met het vroegere gemeentehuis zodat Zepperen nu een hypermoderne zaal, annex keuken en vergaderruimtes heeft. En met behoud van de oude schoolgevel. Zelfs de schoolbel hangt er nog.

Maar veel plezier hebben de Zepperse verenigingen nog niet gehad van hun nieuwe accommodatie. Want toen het gebouw eindelijk klaar was en opgeleverd in februari van dit jaar, kwam de coronacrisis. Meteen was het ganse verenigingsleven herleid tot nul en bleef De Veva leeg en levenloos.

Tot gisteren, maandag, de dag dat alle kinderen weer naar de lagere school moesten. En net als alle scholen had de plaatselijke basisschool Het Blavierke een acuut plaatsgebrek, die anderhalve meter, je weet wel! Maar aan de Eynestraat stond een pracht van een gebouw leeg en ongebruikt. Dus mocht het vijfde leerjaar naar De Veva om er in alle rust en met voldoende ruimte het schooljaar te hervatten na drie maanden lockdown. De moraal van het verhaal. De gemeenteschool werd ontmoetingscentrum, en het ontmoetingscentrum werd … terug gemeenteschool. “Het kan verkeren”, zei Bredero

.