Een Pano-reportage over wantoestanden op de private huurmarkt deed vorige week heel wat stof opwaaien. Vlaams parlementslid Ludwig Vandenhove (sp.a) kent de situatie op de Limburgse woningmarkt, en merkt op dat de oplossing vooral bij sociaal wonen ligt.

Het duidingsprogramma Pano bracht aan het licht dat het tekort aan betaalbare huurwoningen nog nooit zo groot was als vandaag. Heel wat mensen die in aanmerking komen voor een sociale woning, moeten omwille van ellenlange wachtlijsten op zoek naar een woonst op de private markt. Het gevolg is dat ze terechtkomen in kleine, slecht geïsoleerde en bijna onbewoonbare ruimtes.

“Laat me er een paar Limburgse cijfers bijhalen”, zegt Ludwig Vandenhove, Vlaams parlementslid voor sp.a. “In Limburg zijn er, afhankelijk van de cijfers die je bekijkt, ongeveer 19.000 kandidaat-huurders. Het totale patrimonium van sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren bedraagt minder dan 23.000 woningen, waarvan het merendeel bewoond en dus niet beschikbaar. Het gevolg is dat een Limburger gemiddeld 4,4 jaar op een wachtlijst staat voor een sociale woning. In de centrumsteden Hasselt en Genk loopt dat op tot meer dan 6 jaren.”

De problemen die vandaag bestaan zijn volgens Vandenhove het rechtstreekse gevolg van een Vlaamse overheid die onvoldoende investeert in sociale woningbouw. Het aantal sociale woningen in verhouding tot de totale woningmarkt bedraagt in Vlaanderen en ook in Limburg ongeveer 5 à 6 procent. In onze buurlanden Frankrijk en Nederland is dit respectievelijk 18 en 34 procent.

Misschien kunnen lokale besturen meer doen? Vandenhove: “Sommige Limburgse besturen doen ook inspanningen, maar de Vlaamse regering houdt geen stok achter de deur voor zij die dat niet doen. Er is enkel het Bindend Sociaal Objectief (BSO): een aantal sociale woningen dat de lokale besturen tussen 2009 en 2025 moeten realiseren. Maar lokale besturen die hier amper inspanningen leveren worden niet op de vingers getikt. Daar sta je dan met je apparaat.”

Vlaanderen wil de situatie op de huurmarkt verder aanpakken met een fusie van sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren tot één woonactor per gemeente: de zogenaamde woonmaatschappij. “Dat is allemaal heel mooi op papier”, gaat Vandenhove verder. “Maar dat zal niets veranderen aan de situatie. Erger nog: er zal minder gebouwd worden, mensen zullen nog langer wachten op een sociale woning en Pano kan binnen enkele jaren een nieuwe reportage maken met gelijkaardige inhoud. Dit alles typeert de Vlaamse regering: ze steekt heel wat tijd en geld in de mooie gevel van haar woonbeleid, maar wanneer we binnenstappen, blijkt dat de muren er even rot zijn als bij enkele mensen uit de reportage. Nochtans is de sleutel tot succes hier heel simpel: investeren en bouwen.”

210302-soc-woning“Ik heb de recente cijfers voor Limburg nog eens laten analyseren”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
“Alleen al in Limburg zijn er om en bij de 19 000 kandidaat-huurders.
De Limburger moet gemiddeld 4,4 jaar wachten vooraleer in aanmerking te komen voor een sociale woning. Als ik dan even naar mijn eigen stad Sint-Truiden bekijk: op 31 december 2019 stonden er 1 181 personen/of gezinnen op de wachtlijst.”

Te weinig sociale woningen is het basisprobleem. Daarnaast moet Vlaanderen volgens Vandenhove meer geld uittrekken voor huursubsidies en/of huurpremies.

“Als het over andere beleidsthema’s gaat in het Vlaams parlement, bijvoorbeeld het woningprobleem voor minder begoede senioren of voor ex-gedetineerden, wordt er eveneens steeds verwezen naar sociale huisvesting. Dat is niet ernstig: ook hiervoor kunnen enkel meer sociale woningen een oplossing bieden”, besluit het sp.a-parlementslid uit Sint-Truiden.