Al sinds het begin van de epidemie wordt er gehamerd op ‘testen, testen, testen’. De eerste zelftests liggen intussen in sommige apotheken en de sneltests zijn onderweg. Maar er is een belangrijk verschil tussen die twee, zegt wetenschapsjournalist Koen Wauters bij De Inspecteur op RADIO2.

Sneltest
Zo’n sneltest werkt min of meer volgens hetzelfde principe als de klassieke PCR-test. Je hebt er namelijk ook een wisser voor nodig, een dun staafje dat via de neus tot in de keel gaat. Bij de gewone test gaat die wisser na de staalafname naar een lab, waar men zoekt naar sporen van het virus. Bij een sneltest hoeft de wisser niet naar het lab. Hij kan ter plekke geanalyseerd worden en na een kwartiertje ken je het resultaat.

Je kunt een sneltest niet zelf uitvoeren, dat moet door medisch personeel gebeuren. De wisser moet namelijk via de neus tot diep in de keel komen. Dat kan je niet zelf. Er bestaan wel wissers die je in de eerste centimeter van de neus moet brengen (en in de keel via de mond), maar die zijn ook nog niet beschikbaar voor particulieren.

Zelftest
Intussen zijn er in diverse apotheken en online ook zelftests te koop. Zo’n zelftest werkt helemaal anders. Je hebt er geen wisser voor nodig. De techniek lijkt meer op die van een glucose- of zwangerschapstest. Je prikt een druppel bloed in een vinger, laat die op een strookje laten vallen, en na eveneens een kwartier heb je het resultaat.

Maar er is wel een groot verschil. De klassieke en de sneltests zoeken naar sporen van het virus. Een zelftest met een bloedprik spoort antilichamen op in het bloed. Met een zelftest check je met andere woorden of je lichaam afweerstoffen aanmaakt heeft tegen het virus. Die antilichamen duiken pas op een paar dagen of een week na de besmetting. Ze blijven daarna minstens enkele maanden in het bloed circuleren.

Betrouwbaarheid?
Een zelftest helpt dus niet om acuut op te sporen of je besmet bent. Eigenlijk geeft hij alleen een antwoord op de vraag of je ooit besmet bent geweest. Je kunt er dus niet mee nagaan of je hier en nu besmet bent.
De sneltest kan dat wel, of toch de tests die zijn goedgekeurd door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Fabrikanten moeten kunnen aantonen dat hun tests voor meer dan 90% betrouwbaar zijn. Dat klinkt spectaculair, maar het probleem is dat het gaat om bewijs dat door de fabrikant geleverd wordt. Er is nog geen externe controle. De fabrikant heeft die test waarschijnlijk zelf getest in optimale omstandigheden.

Een laatste goeie raad dan

  • Koop je een test? Check dan of er een CE-label op staat. Dat betekent dat de test is goedgekeurd door de Europese Unie.
  • Op deze pagina van de website van FAGG vind je een lijst met aanbevolen testen.
  • Een zelftest kost zo’n 15 euro en wordt niet terugbetaald.