Het stadsbestuur wil de ondergrondse restanten van Brustempoort bewaren voor de toekomst én de site opnieuw toegankelijk maken voor het publiek. Daarom is er een aanvraag ingediend tot bescherming.

De Brustempoort was één van de belangrijkste middeleeuwse stadspoorten van de stadsomwalling. Ze is de enige overblijvende middeleeuwse stadspoort van Sint-Truiden. De Brustempoort vormde samen met de Clockempoort de eerste stadspoorten en heeft een belangrijke archeologische en historische waarde. Hierdoor komt ze in aanmerking voor een bescherming. Het was aanvankelijk een eenvoudige rechthoekige middeleeuwse poort met voorburcht en werd door de jaren heen omgevormd tot een voor artilleriegeschut aangepaste poort. Ze vormde een sleutelpositie in de stadsverdediging en was het meest bestreden bastion, omdat ze het zwakste punt van de vesting moest verdedigen.

                 

De restanten van het onderste gedeelte van dit poortgebouw liggen nu onder het begin van de Luikerstraat en het Europaplein. Het geheel is 7,70 meter diep en telt twee verdiepingen. Het bestaat uit kamers en gangen met schietgaten, schouwen voor kruitdamp en nissen om de lonten in te plaatsen. De muren in silex zijn vermoedelijk overblijfselen van de versterking van 1129, die deze van 1086 vervingen. Het gedeelte in baksteen werd voor het grootste gedeelte gebouwd omstreeks 1510. Tijdens de 16de eeuw werd er voortdurend gewerkt aan de Brustempoort. Na de Franse Revolutie verdwenen de laatste bovengrondse puinresten van de vestingmuren en de stadspoorten. In 1897 stootte men voor het eerst op de resten van de oude Brustempoort, naar aanleiding van de plaatsing van een rioleringsbuis.

                                                       

Na een grondige restauratiebeurt wil de stad de ondergrondse overblijfselen van Brustempoort opnieuw toegankelijk maken voor het publiek.