• In beeld: welgestelde heren kijken toe hoe in zwemdok ‘De Pist’ anderen een plonsje wagen
  • Tekst: Fred Bonaers

In de naoorlogse jaren was de stad twee zwembaden rijk: ‘Het Broek’ en ‘De Pist’. Het eerste lag aan de westelijke kant van de stad, net buiten de vesten, terwijl het andere aan de oostkant, ook net buiten de vesten lag. Naar onze huidige normen zouden ze beiden al lang gesloten geweest zijn, vanwege niet volgens de hygiënische voorschriften. Het enige wat ze min of meer gemeen hadden met de zwembaden die we nu kennen, was dat er water in de zwemkom was. Over de kwaliteit van dat water uit die tijd heb ik mijn grootste twijfels. Dit belette niet dat wij, in onze onwetendheid uit die periode, dat allemaal heel gewoon vonden. Bij mijn weten is er ook nooit iemand ziek van geworden, maar de bodem van het zwembad heeft destijds nooit iemand gezien. ‘Het Broek’ lag vlak naast de Cicindriabeek, waarop toen nog geroeid werd. Vandaag is die waterloop in de stad overdekt en zie je bijna niet meer dat die onder de straten doorloopt. In dat zwembad had je een gedeelte voor ervaren zwemmers, het zogenaamde ‘diep’. In het midden was er een afscheiding voor het bad bestemd voor de kinderen die nog niet konden zwemmen. Van een waterfiltering of waterzuivering was er, voor zover ik mij herinner, in die dagen helemaal geen sprake. Ook op de persoonlijke hygiëne werd toen niet toegezien. Van douches was destijds in de verste verte geen sprake. Iedereen kwam naar het zwembad, kleedde zich om in één van de veel te nauwe kleedhokjes en dook meteen het water in. Als je dan weet dat de meeste huisgezinnen niet eens over een badkamer beschikten en iets dat op een grondige wasbeurt geleek maar één keer in de week plaatsvond, dan moet het daar nogal een zootje geweest zijn. Maar niet erg hoor, we leven nog.

Het zwembad ‘De Pist’ werd genoemd naar de wielerbaan die er in de jaren tussen de twee wereldoorlogen had gestaan en waar ooit nog beroemde renners waren komen rijden. In mijn kinderjaren was er van die ‘piste’ al helemaal niets meer te zien. Wij hadden toen ook niet zo’n modieuze sportzak  waarmee jong en oud vandaag naar welke sportmanifestatie dan ook paradeert. Wij rolden onze zwembroek, of wat daarvoor moest doorgaan, in een gewone handdoek (badhanddoeken bestonden toen nog niet) en trokken er op uit. In het begin trokken wij nog naar beide zwembaden, tot één van ons in ‘De Pist’ eens een drol zag voorbij drijven. Sindsdien werd het definitief ‘Het Broek’. Dat was ook handiger, want vlakbij huis.

©Fred Bonaers

  • Truienaar Fred Bonaers is mede-auteur bij De Godfried (https://www.godfriedbomans.nl/) en auteur van de twee boeken ’40-’45 Sint-Truidense getuigen. Via zijn stukjes in TruiensNieuws vertelt hij over hoe het vroeger was in onze mooie stad. In deze reeks brengt Fred het verhaal vanuit zijn eigen straat, waar hij woont in het ouderlijk huis van zijn vader en daarvoor van zijn grootvader, in de Lepold II straat.