De Cicindria, de beek die dwars door Sint-Truiden vloeit en heel lang geleden de enige bron voor water was, ontspringt in Jeuk om in Sint-Truiden uit te monden in de Melsterbeek. Vroeger waren beken zeer belangrijke natuurelementen in het leven van de mensen: watertoevoer, wasplaats, molens …

Vooral de bouw van molens op een beek was financieel lucratief voor de rijken, of het nu kloosters of edelen waren: wie er kwam malen moest betalen. En malen was … broodnodig.

knipsel-37Abbatiale villa in Borlo
Een erg mooie molen vinden we in Borlo. Ze ligt op de Cicindria en wordt al vermeld in 1065 als Sint-Truidens abdijgoed onder abt Adelardus II. Hij was de 23ste abt, geboren nabij Leuven. Tijdens zijn abbatiaat nam het aantal bedevaarten naar het graf van Sint-Trudo zeer toe door een groot aantal wonderen. Adelardus II verkreeg de bescherming en financiële steun van de invloedrijke bisschop Adalbero III van Metz. Hij was de bouwheer van de romaanse abdijkerk, de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de Sint-Gangulfuskerk in Sint-Truiden. Hij had ook een “villa” in Borlo met aanhorigheden, waaronder hoogstwaarschijnlijk deze molen en een brouwerij.

hubertus-van-sutendaalHazen dood in het veld
In 1645 treft een grote hagelramp Borlo. Een groot deel van het dorp wordt van de kaart geveegd, waaronder ook de molen. Het duurde 7 jaar voor abt Hubertus van Sutendaal in actie schoot. Hij liet de huidige molen heropbouwen in 1652: zijn wapenschild vind je er nog terug. Hij was de 59ste abt en van hem bewaren we nog de barokpoort aan het abdijplein en het kasteel van Nieuwenhoven. De Kroniek van de Abdij zegt over deze ramp: “Op 18 juni 1645, even na de middag, stak er een wervelwind op en er barstte een onweer los met zoveel regen en zeer dichte hagel, dat niemand zich herinnerde ooit een erger gezien te hebben. Ze werd voortgedreven door zeer krachtige windstoten, van west naar oost en bracht vernieling boven Hannuit, Montenaken, Borlo, Buvingen … de oogst werd vernield en in de velden werden hazen, patrijzen en duiven doodgeslagen door hagelstenen. In Borlo werden vijf graanschuren met de grond gelijk gemaakt…God spaarde de Truidenaren voor deze ramp”.

unnamed-1-4Steeds een Vanmarsenille
De molen werd gepacht door de molenaarsfamilie Van Marsnil (Vanmarsenille) die ook eigenaar werd van deze watermolen op het einde van de 17de eeuw, toen de Franse revolutionairen alle kerkelijke goederen verkochten. Rond de Tweede Wereldoorlog werd het bovenslagrad verwijderd en ging men over op elektriciteit voor het maalbedrijf. Dit bedrijf werd stilgelegd in 1968 en op het einde van vorige eeuw werden de gebouwen in oude stijl hersteld met authentieke materialen. Ook het binnenwerk werd hersteld en is intact. Het waterrad en het sluiswerk zijn verdwenen en de aftakking van de Cicindria is drooggelegd. Het gebouw is thans bewoond en niet toegankelijk. Momenteel zijn de gebouwen geschikt rond een gekasseide binnenkoer. Het erf kan je betreden via een bakstenen dwarsgebouw. Maar om privacy redenen doe je dit uiteraard niet!

1200px-gingelom_molenstraat_3_-_165584_-_onroerenderfgoedSandixmolen
Oorspronkelijk was de Borlomolen een sandixmolen. Dat is eerderspeciaal voor de streek. Een sandixmolen is een verfmolen, waar de wortels van de meekrapplant worden vermalen om er de schalaken rode kleurstof (meekraprood) uit te halen om het linnen en het leder van hooggeplaatste lui (zoals edellieden en prelaten) mee te kleuren. Later werd er nog enkel graan gemalen door de familie Vanmarsenille.

Het juweeltje is (voorlopig) nog niet beschermd, maar komt wel voor op de vastgestelde inventaris van het Bouwkundig Erfgoed. En gezien het woonkarakter ervan, ook niet te bezoeken. Enkel te bewonderen van buitenaf.

 

1-63    2-34