Iedereen denkt onmiddellijk aan soldaten, als we het hebben over Saffraanberg. En dat is normaal, want de tijd dat daar ander volk heeft rondgelopen zal zich geen levend wezen meer herinneren. Maar waar nu soldaten worden opgeleid, huisden in het begin van de 20ste eeuw een aantal nonnen en meisjes die aan hen werden toevertrouwd.

De fundamenten van wat tegenwoordig bekend staat als de “Campus Saffraanberg werden namelijk in 1904 gelegd, nog voor ons leger een vliegtuig had, die naam waardig.

Saffraanberg is het hoogste punt van Brustem. Hier ontspringt de Gomer of Goelmeer, een onaanzienlijke beek die naar het noorden loopt en zacht kronkelend zich een weg baant naar de Herk in Hoepertingen. Het was een soort vierlandenpunt waar de gemeenten Brustem, Groot-Gelmen, Engelmanshoven en Aalst een gemeenschappelijke grens hadden. Waarom men dan Saffraanberg zegt zal zeker niet zijn wegens de saffraan die er zou geteeld zijn, want die was er niet. Wel omdat de berg geel kleurde van de vele gele veldplanten die er als meststof gezaaid werden of wegens de daar voorkomende zandkuilen met geel zand.

Pensionnat des Ursulines
Boven op die berg bouwden de zusters Ursulinen, niet die van Sint-Truiden, maar een groep nonnen die uit Duitsland kwam, een internaat voor meisjes, een pensionaat met internationale uitstraling voor jonge dames uit quasi gans Europa. Een poepsjieke bedoening dus voor rijk volk zodat het verhaal van de “rijke” ursulinen en de “arme” ursulinen hier een grond van waarheid vindt. Heel wat Brustemnaren hebben tussen 1900 en 1904 gewerkt aan de bouw van dit prestigieuze gebouw, een gebouw van vier verdiepingen en met 999 vensters zodat het “Pensionnat professionel des Ursulines” vaak wordt omschreven als “l’école avec mille fenêtres”. Gek eigenlijk, want terzelfdertijd hadden de “arme” ursulinen een school in de stad (de oude refugie van Averbode) en tot 1914 een meisjesinternaat in het kasteel van Melveren, dat later het restaurant “Aen de Kerck” werd.

Duitse soldaten in, Duitse nonnen out
Na 10 jaar was het echter over en uit. In 1914 verkrachtten de Duitsers onze neutraliteit en dompelden het land vier jaar in een meedogenloze oorlog waarin ze zich wat betreft wreedheden tegen de bevolking goed lieten gelden. Exit dus de Duitse Ursulinen, meer nog, de Belgische Staat plaatste het goed onder sekwester, in mensentaal de 9,5 hectare werden aangeslagen. Uiteindelijk kwam het toch tot een akkoord tussen de ursulinen en de staat en in 1921 werd het goed door ons land gekocht voor de ronde en bescheiden som van 2 miljoen frank: bijna 10 ha klooster, boerderij en aanpalende gebouwen, tuinen, boomgaarden en parken.

Ecole Flamande des Pupilles
Vlak na de oorlog had het land te kampen met de opvang van oorlogswezen en reeds in 1919 werd het voormalig ursulinenklooster omgevormd tot opvoedkundig centrum voor oorlogsweeskinderen (de pupillenschool). In 1933 streken ook de “kadetten” neer in Brustem. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een tijdelijk einde van de pupillenschool en de Duitsers maakten er een opleidingscentrum voor radarbedienaars van. Maar na de oorlog kwamen onze militaire jongeren er terug.

De brand van 1948

Op 8 augustus 1948 worden de oude gebouwen van het Ursulinenpensionaat volledig door brand verwoest en komt er een einde aan het klooster met 1.000 vensters en de school wordt tijdelijk ondergebracht in de Ambiorixkazerne in Tongeren.

Tweede gebouw … stort in
Tussen 1950 en 1952 er dan een nieuwbouw opgetrokken. Maar daar scheelde wat mee. In 1967 kreeg het hoofdgebouw met ernstige problemen af te rekenen: de deuren gingen klemmen, ramen sprongen stuk, het gebouw stortte zelfs gedeeltelijk in. Door een ondergronds lek in de waterleiding spoelden de fundamenten samen met duizenden liter water weg. Dus: weer afbraak en in 1968 werd een nieuwbouw opgetrokken met uiterst moderne prefab schoolgebouwen. De blauwgrijze gebouwen, waarvan de levensduur op 15 jaar werd geschat, zijn nog steeds in gebruik.

Er wonen nu nog steeds militairen in wat ooit het “Etablissement des Ursulines au Saffraenberg à Saint-Trond” was en later de “Ecole Flamande des Pupilles de l’Armée” in het schoon Vlaams: de Vlaamse Legerpupillenschool. Nu wonen er geen kinderen meer maar wel terug vrouwen in de Koninklijke School voor Onderofficieren – École Royale des Sous-Officiers.

De studiezaal

 

De slaapzaal

 

De ziekenzaal

 

De refter

 

 

 

 

 

 

 

De kapel

De hoofdingang