De kerstboom wordt elk jaar weer door veel mensen opgezet om de sfeer rond kerst in huis te verhogen. In België worden jaarlijks zo’n 2 miljoen kerstbomen verkocht: een enorm aantal.
Veel mensen combineren het gebruik van de kerstboom met het uitdelen cadeautjes. Waar komt de traditie van de kerstboom opzetten, behangen met lichtjes, eigenlijk vandaan? Een korte geschiedenis van de kerstboom.
Germaanse herkomst
De kerstboom is vermoedelijk ontstaan uit Germaanse tradities. Maar ook van de Romeinen is bekend dat ze hun huis versierden met groene takken en verlichting. Bij de Romeinen en Germanen stonden groene bomen en takken symbool voor vruchtbaarheid en goddelijkheid. Hierbij viel het hen op dat er één boomsoort was die altijd groen bleef: de dennenboom. Andere bomen verloren hun bladeren of werden bruinig, maar de dennenboom niet. Uit de keuze voor de versierselen, zoals sterren en manen, blijkt wel dat men de boom enige goddelijkheid toedichtte.
De groene boom kondigde ook de nieuwe lente aan, een tijd van bloei. Daarom zetten de Germanen tijdens de midwinternacht, de kortste dag van het jaar, een groene boom neer. Vaak in het midden van het dorp. Deze werd dan versierd met appeltjes en andere attributen, die het begin van een nieuw seizoen aanduidden.
In een Frankische tekst uit de 13e eeuw wordt voor het eerst een groene boom vol kaarsen beschreven. Tijdens winters aan het eind van de middeleeuwen plaatsten inwoners van de Elzas een boom, versierd met kaarsen, klatergoud, gekleurd papier, appels, koek en suikergoed in hun huis.
Late Middeleeuwen: bomen door de christenen overgenomen
Uit bronnen blijkt dat kerstbomen al in de late middeleeuwen, vanaf de vijftiende eeuw, in gebruik waren tijdens christelijke winterfeesten. Dit gebeurde in Oost-Europa, de Duitse gebieden en Scandinavië. Vooral in de Duitse landen was het gebruik van kerstbomen behoorlijk wijdverspreid. De bomen die men gebruikte waren toen al flink versierd.
Bekend is dat in een rooms-katholieke kathedraal in Straatsburg in 1539 een grote kerstboom stond. Een nog oudere vermelding van een versierde kerstboom komt uit 1510. In Riga, Letland, versierde een lokale gilde een boom met kunstrozen, danste om de boom heen en stak deze vervolgens in de fik. De roos zou symbool hebben gestaan voor de Heilige Maagd Maria.
Zeventiende eeuw: Duitsers zetten bomen in huis neer
In de zestiende en zeventiende eeuw begonnen de rijkere Duitsers ook een boom in hun huis te plaatsen. Ze hingen hierbij appeltjes in de boom, een verwijzing naar de zogenoemde “Adam en Eva’s dag” op 24 december. Hierbij werden toneelstukken opgevoerd om Bijbelverhalen, zoals de zondeval, te verbeelden voor de analfabetische massa.
Het gebruik van kerstbomen versierd met appels werd al snel overgenomen door de Britse adel en tijdens de negentiende eeuw verspreidde het gebruik van de kerstbomen zich over de rest van Europa.
De boom belandt in de Verenigde Staten
Omstreeks 1800 zorgden Duitse emigranten ervoor dat de traditie van de kerstboom de oceaan overstak en ook in de Verenigde Staten ingang vond. Het duurde slechts zo’n vijftig jaar voordat de kerstboom in de Verenigde Staten commercieel werd. De bomen werden steeds groter en telkens uitbundiger versierd.
In 1853 zorgde Franklin Pierce ervoor dat er voor het eerst een kerstboom verscheen in het Witte Huis in Washington. Ook de Amerikaanse presidenten gingen dus overstag. Maar president Theodore Roosevelt, alias ‘Teddy‘, probeerde in 1901 om de kerstboom te verbieden. Het was namelijk de gewoonte om de bomen uit de bossen te halen en volgens Roosevelt was dit desastreus voor de bomenvoorraad. De twee zoons van Roosevelt kwamen in actie en schakelden de natuurbeschermer Gifford Pinchot in, die Teddy Roosevelt ervan overtuigde dat het kerstboomgebruik niet schadelijk was voor de Amerikaanse bebossing.
Theodores naamgenoot Franklin D. Roosevelt stond er anders tegenover. Hij begon in 1930 een eigen kerstboomboerderij op zijn landgoed in Hyde Park, New York. Hier werden kerstbomen geplant voor commerciële doeleinden.
Verzet vanuit de Rooms-Katholieke Kerk
In Nederland was de kerstboom al eerder ingeburgerd. Het katholieke België liep achterop. Met name het Vaticaan heeft zich in de negentiende en twintigste eeuw lange tijd flink verzet tegen het opzetten van kerstbomen. Deze bomen hadden immers een heidense oorsprong en weinig van doen met het christelijke kerstfeest. Bovendien was de Kerstman een heidense uitvinding. Vooral in de negentiende eeuw waarschuwde de Rooms-Katholieke Kerk regelmatig tegen de heidense gebruiken rond kerst. Niet eerder dan in 1982 stonden er voor het eerst kerstbomen in het Vaticaan in Rome.
Introductie van de kunstkerstboom
In de late negentiende eeuw vond ook de introductie van de kunstkerstboom plaats. Diverse winkelketens begonnen in 1883 met het verkopen van kunstmatige kerstbomen. De eerste kunstmatige kerstbomen bestonden uit vijfentwintig losse takjes die opgetuigd werden met roodkleurige bessen. In de jaren 1920 werd de kunststofboom pas echt populair, vermoedelijk mede vanwege de economische crisis van de jaren 1930: hergebruik van nepbomen was voordeliger dan elk jaar een nieuwe boom kopen. Korte tijd zijn er ook kerstbomen van aluminium in omloop geweest, maar deze werden commercieel gezien geen succes.