Toen de bisschop van Metz in 1227 zijn rechten op Sint-Truiden aan de prins-bisschop van Luik afstond en Sint-Truiden een van de 23 Goede Steden van het Prinsbisdom Luik werd, veranderde er veel: Sint-Truiden werd als stad niet alleen een religieus centrum maar ook een commercieel centrum..

Op het marktplein werd een perroen opgericht, de Luikse vrijheid symboliserend. Een kopie van de originele perroen staat nog steeds naast het stadhuis op de Grote Markt. Ook sloten de Truienaren zich aan bij de andere Luikse steden in hun strijd om medezeggenschap in het bestuur van het prinsbisdom, waarbij met name de ambachten een zekere invloed in het stadsbestuur wisten te bevechten. In deze periode werd een eerste houten markthal met stenen belfort gebouwd op de plaats waar thans nog het belfort van Sint-Truiden staat. Die markthal had geen politieke functie, maar was een overdekte verkoopsruimte. De oudste tekening van deze hal dateert nog van voor de tijd dat de Onze-Lieve-Vrouwkerk er stond en van de toren van toen is enkel het onderste stuk bewaard. Op de kroonlijst van het stadhuis staan de wapens afgebeeld van de elf historische ambachten van Sint-Truiden.

Fort met klok
Vanwaar komt de naam “belfort”? Van het Franse beffroi, ontleend uit het Oudnederlandse bergfribu, hetgeen vredebewaarder betekent. In de 13de eeuw werd beffroi in Vlaanderen “belfort”, naar de klokken die er hingen (bel) en de versterking die het was (fort). De klokken dienden als signaal voor de bevolking (brand, vijanden), het fort voor de bescherming van de stadskas, keuren en charters.

De toren van ons stadhuis, het belfort dus, maakte oorspronkelijk deel uit van de lakenhal. Tegenwoordig is het belfort onderdeel van het stadhuis van Sint-Truiden, dat er in de 18e eeuw omheen gebouwd werd.

Het onderste deel van het belfort dateert uit de 13e eeuw, de rest uit 1606 toen een storm de toren halveerde. De hallen uit 1366 vormen thans een deel van de benedenverdieping van het stadhuis waar nu de toeristische dienst woont.

Oostenrijks model
Het stadhuis uit de 18de eeuw werd gebouwd met Oostenrijkse ideeën. Daarom was het ook wit bepleisterd. Die witte bepleistering verdween na de Eerste Wereldoorlog tijdens een restauratie. Toen bij de laatste restauratie de plannen opnieuw opdoken om het stadhuis wit te maken, waren niet alle Truienaars daar gelukkig mee. Het werd dus maar rood, gelijk de politieke kleur van de toenmalige eerste socialistische burgemeester Ludwig Vandenhove.
In 2005 werd het belfort van Sint-Truiden op de werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst als onderdeel van de groepsinschrijving van 56 belforten in België en Frankrijk.

 

 

 

De Klerkenkapel
In de schaduw van het belfort werden in 2019 de fundamenten van de Klerkenkapel gevonden. Het werd in dezelfde periode gebouwd als de allereerste belforttoren en in 1775 afgebroken. Maar de restanten die nu aan het licht kwamen, zijn wel degelijk afkomstig van de kapel in zijn oorspronkelijke vorm. De klerkenkapel is een zogenaamde elitekapel en fungeerde dikwijls als begraafplaats voor de stedelijke machthebbers uit die tijd.

 

Historiek
1227: eerste houten overdekte markthal en stenen belfort (onderste deel nog bewaard) en Klerkenkapel
1366: bouw van de stadshallen, nu nog de benedenverdieping van het stadhuis
1606: uitbouw in de hoogte van het belfort nadat de toren omgewaaid was
1754: nieuwe gevels stadhuis in Oostenrijkse stijl
1775: afbraak van de Klerkenkapel
1926: witte bepleistering stadhuis verdwijnt en restauratie door ingenieur Govaerts
2005: werelderfgoed Unesco
2018: laatste restauratie en renovatie interieur
2019: fundamenten Klerkenkapel blootgelegd (en weer begraven)