Van tijd tot tijd kom ik een prachtig woord tegen waar onze Nederlandse taal zo rijk aan is. Balorig is er zo eentje, weinig tot niet meer gebruikt en toch wel heel actueel de laatste tijd. Op het moment dat ik geconfronteerd wordt met zo een prachtexemplaar uit onze taal komt de Marcel Grauls bij mij boven (onze eigen huis taalgoeroe) en wil ik weten waar het vandaan komt. Etymologische opzoekingen leren me dat het lang geleden’ balhorig’ was. Waar ‘bal’ slecht betekent, dus eigenlijk slechthorend. Niet zoals in doof maar zoals in slecht luisteren, niet naar goede raad luisteren, of nog erger tegendraads,  ongehoorzaam zijn. Allemaal termen die tegenwoordig omschreven worden als burgerlijke ongehoorzaamheid. Voorbeelden te over, feestvierders die de coronaregels aan hun laars lappen, snelheidsduivels die met gemak de limieten overschrijden. Ja de drang om balorig te zijn is sterk en des mensen.

Veerle Heeren, onze eigen bezorgde burgermoeder die nochtans samen met haar ploeg mooie dingen heeft gerealiseerd, en die al meer dan een jaar op de barricaden staat in moeilijke tijden heeft er al eens last van. Haar ‘innerlijke Ludo’ zal toch wel een paar keer gezegd hebben “Veerle doe het niet”, maar kijk ze deed het toch. Balorigheid kan je dus ook al eens overkomen. Balorig is eveneens gerelateerd met baldadig, terug het slechte ‘bal’ maar nu in daden. Oorspronkelijk misdadig, maar nu meer dan ooit de wat minder sterke betekenis ‘wild en uitgelaten’.

Tussen alle commotie door ben ik gaan zwemmen in ons spiksplinternieuw zwembad, het deed bijna evenveel deugd als een eerste terrasje vorige zaterdag. Zeer zeker een geslaagd project waar de Truienaren recht op hebben, zeg nu zelf Sint-Truiden zonder zwembad kan toch niet. De omgeving is ook de moeite waard. Onze ooit stinkende Cincindriabeek heeft een geslaagde update gekregen en kan en mag nu door iedereen gezien worden. Als deze Cicindria 2.0 een voorsmaakje is van de Veemarkt 2.0 dan zeg ik: “laat maar komen”. De opening van de terrasjes is in Sint-Truiden vrij rimpelloos verlopen. Geen sprake van balorig gedrag van baldadige jongeren zoals in Brussel of andere centrumsteden. Alhoewel ik hier moet opletten,niet generaliseren en zeker de jongeren niet stigmatiseren. Dat zou in het verkeerde keelgat schieten van de opkomende woke generatie. Politieke correctheid moet er zijn. Maar als ik het politieke circus van de laatste weken in Sint-Truiden bekijk lijkt ‘politieke correctheid’ toch wel hard op een ‘contradictio in terminis’.