Op 21 februari was het de internationale Dag van de Moedertaal. Toen zetten enkele gemeenten hun dialect in de verf. In As en Kortessem deden ze dat bijvoorbeeld met borden langs de weg met de boodschap: “Ich kal plat, dich auch?”
“Het Limburgs is een bedreigde taal”, zegt Felix Bergers. Hij is voorzitter van “Veldeke Bels(j)”, een koepelvereniging die zich inzet voor het behoud van de Limburgse dialecten. “Nu staat het Limburgs nog in de Unesco-taalatlas als een minder bedreigde taal, maar dat is vooral door de populariteit van het Limburgs in Nederland.” Daar worden trouwens ernstige inspanningen geleverd om het Limburgs dialect te vrijwaren. “Bij ons wordt geen cent geïnvesteerd in het behoud van het dialect”, aldus Felix Bergers
Uit onderzoek blijkt dat in Nederlands-Limburg tussen de 70 en de 80 procent van de inwoners dialect spreekt. “In Belgisch-Limburg is dat veel minder, al zijn er hier geen concrete cijfers”, zegt Felix Bergers. “Bovendien geeft meer dan de helft van de gezinnen in Nederlands-Limburg het dialect door aan de kinderen. Dat is bij ons niet het geval.”
Goed beleid
Een aangepast beleid van de (lokale) overheden zou een goede bescherming van het dialect kunnen zijn, volgens Bergers. Hij geeft het voorbeeld van het Baskenland. “Daar geven ze Baskische les in de scholen. Daarom spreken kinderen het vaak beter dan hun ouders. Dat is een perfecte manier om een taal te beschermen.”
Felix vertelt ook dat Nederland veel meer inspanningen levert om het Limburgs te behouden. “Bij ons wordt er helaas nul komma nul euro in geïnvesteerd”, zucht hij.
Is er nog toekomst voor het Truierlands en het Lonerlands in onze stad? Of zijn onze dialecten gedoemd om te verdwijnen in de grote zak van de folklore? Een oproep aan de bewindslieden dus om hier eens over na te denken … en maatregelen te nemen! Alhoewel we de juffen van Het Blavierke in Zepperen nog niet zien lesgeven in het Zeppers, als ze dat al zouden kunnen!
In Nederland werd er alleszins een convenant afgesloten tussen de nationale regering en het Limburgs provinciebestuur. Misschien kunnen onze politici daar eens te rade gaan.
Ich doen pertang al jòòre mu bist op feesbòek, ma doo zèn ter ni voul dèè mie doen . Aander vrooge vuir het te vertoale, aanes duurt ‘ut te lank ieë se ‘ut geleeze ‘ubbe . Ma op dèè manier kòen dzje oer diejalèct ni onder’aan , wórra ?