Vleermuizen eten heel wat insecten, waaronder soorten die schadelijk zijn voor de fruitteelt. Op 15 juni ontdekten zo’n 70-tal telers tijdens een infosessie hoe ze deze gratis ‘nachtploeg’ kunnen inschakelen om op natuurlijke wijze komaf te maken met plagen. De infosessie was een initiatief van Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren (RLHV) en pcfruit vzw. De sessie kadert in hun PDPO-project ‘Biodiverse fruitteelt’.
Natuurkenners wisten al langer dat vleermuizen enorme hoeveelheden insecten eten, maar tot voor kort wisten we niet of Belgische vleermuizen zich ook tegoed doen aan insecten die schadelijk zijn voor onze landbouw. Een onderzoek, uitgevoerd in Haspengouw, werpt nu licht op de zaak. De onderzoekers analyseerden insecten-DNA afkomstig uit keutels van de gewone dwergvleermuis en gewone grootoorvleermuis en vonden 37 verschillende insecten terug, waaronder de gevreesde suzukii-fruitvlieg en enkele schadelijke keversoorten.
Nachtploeg aan de slag
Heel wat plaagsoorten staan dus op het menu van de gewone dwergvleermuis. Nog beter nieuws: deze soort komt algemeen voor in Haspengouw en met wat inspanningen kunnen fruittelers deze in grotere aantallen naar hun plantages lokken. Zo kunnen ze plagen op een natuurlijke manier helpen bestrijden en hun opbrengsten verhogen. Ondertussen helpen ze ook het vleermuizenbestand. Een win-winsituatie voor iedereen.
Dat het eerste online infomoment over dit onderwerp, gegeven door vleermuiskenner René Janssen, een 70-tal mensen uit de fruitsector aantrok, maakt duidelijk dat ook telers het potentieel zien.
Met een beetje hulp van de natuur
Door kleine aanpassingen op hun plantages door te voeren, kunnen fruittelers genieten van de diensten van deze vliegende werkkrachten. Vleermuizen hebben net als vele diersoorten nood aan water, wat vaak ontbreekt in een intensiever landbouwlandschap. Maar een eenvoudig bassin volstaat al om een verschil te maken. Daarnaast zijn ook hagen en andere bufferstroken belangrijk. Vleermuizen gebruiken deze om zich te oriënteren en vinden er voedsel.
Momenteel onderzoekt men nog of het plaatsen van nestkasten extra vleermuizen naar onze Haspengouwse fruitplantages kan lokken. Want hoewel vleermuizen nood hebben aan verblijfplaatsen, zijn niet alle kasten die in de handel te koop zijn even geschikt.
Het is opmerkelijk hoe relatief kleine ingrepen er niet enkel voor zorgen dat onze fruitlandschappen groener en biodiverser worden, maar ook zorgen voor een stabieler evenwicht met minder plaaguitbraken en dus minder afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen. Zo bleek dat inheemse vogelkers, bij voorkeur aangeplant in een gemengde haag, helpt bij het bestrijden van de suzukii-fruitvlieg. Dat zo’n haag in de smaak valt bij nuttige bestuivers zoals bijen en ook nog eens helpt om vleermuizen aan te trekken, is natuurlijk helemaal mooi meegenomen.