Ter gelegenheid van de 20ste verjaardag van de euro puilde onze mailbox uit van de commentaren die er, samengevat, op neer kwamen: “Foert ermee, de euro heeft alles schandalig duur gemaakt en de mensen armer”. Een cliché of de waarheid? In elk geval is dat ook de mening in andere Europese landen.
Om dat te weten moeten we er de index van de consumptieprijzen bij nemen: een verzameling van 150.000 producten die gaat van reizen tot brood, van elektriciteit tot make-up, van een pintje tot een zak friet. Van 2001 tot 2021 steeg die met 44 procent. Zoveel werd het leven dan ook duurder. Maar als je dan het gemiddelde brutoloon neemt, dat steeg met 59,06 procent, van 2.401 naar 3.819 euro. Dus het antwoord op de meest voor de hand liggende vragen:
- Is alles duurder geworden? Ja, met bijna de helft
- Is ons loon groter geworden? Ja, met meer dan de helft
- Hebben de dus meer of minder koopkracht? Meer, namelijk 15 procent
Waarom denken de mensen dan dat alles duurder geworden is en de mensen armer? Dat heeft te maken met het feit dat de prijzen van producten waar we dagelijks mee in contact komen sterker gestegen zijn. Een pakje friet steeg met 85%, de diesel met 104%, een pintje met 100%, de elektriciteit met 114%.
- Post +201%
- Juwelier +177%
- Tabak +161%
- Kranten +107%
- Leidingwater +106%
Van dingen die we minder frequent kopen zijn we niet op de hoogte. Audio en video zijn 75 procent goedkoper maar niemand weet nog wat een grote kleurentelevisie kostte in 2001.
- Foto en filmapparaten -66%
- Informatic -63%
- Telefoon en faxapparatuur -58%
- Grote huishoudapparaten -7%
Uiteraard zijn er dingen duurder geworden onmiddellijk na de invoering van de euro. Een pintje kostte in het pre-euro tijdperk 35 frank (0,87 euro) en de meeste cafébazen maakten daar prompt 1 euro van, 40,50 frank, ineens een klets van 15% erbij, niet omdat het leven duurder wad, maar voor het gemak van betalen … en meer winst.
Waren er voordelen aan de euro? Ongetwijfeld.
- Gedaan met Franse franken en Spaanse peseta’s te kopen als je naar Spanje wilde rijden.
- Gedaan met Duitse marken, Zwitserse franken en Italiaanse lires te kopen voor een trip naar Italië.
- Gedaan met zware transactiekosten voor bedrijven die met de rest van Europa handelden.
- Gedaan met koersschommelingen die de prijs onzeker maakten.
- Gedaan met de zwakke Europese munten, die internationale handel in de weg stonden, en een sterker vertrouwen in de intercontinentale business
Waren er ook nadelen aan de euro? Eveneens.
- Een land verliest zijn monetaire vrijheid: economische problemen tijdelijk afwentelen via devaluatie kan niet meer.
- We zijn een stukje geschiedenis kwijt en een stukje nostalgie rijker.
- De markt van de vervalsers heeft nu ook een groter bereik
Dan blijft de vraag: moeten we dan de euro maar verlaten en weer in franken gaan tellen? Zeker niet.
En dan verwijzen we graag naar de voordelen van de euro hierboven. Maar als je weer naar de frank gaat, tegen welke wisselkoers?
- Maak je de frank zwakker dan de euro, wordt de uitvoer groter maar raakt je eigen economie verhit en wordt de invoer duurder.
- Maak je de frank sterker dan de euro, dan zakt de vraag uit het buitenland naar onze producten.
- Je zou dus moeten kiezen voor een vaste koers ten opzichte van de euro. Maar wat is dan het nut van te veranderen als de waarde van je frank gelijk is aan de euro, permanent en vast gedeeld door 40?