Als men, in Sint-Truiden spreekt over Schepen Dejonghstraat 12-14, dan heeft men het over het statige herenhuis in de vroegere Koestraat met als laatste bekende bewoner notaris Vreven. Dit kleine stadspaleis heeft echter ook nog andere bewoners gekend, alhoewel natuurlijk de mensen vandaag zich vooral de Vrevens zullen herinneren, de notarisfamilie met een ietwat triest einde. 

Toen de Fransen op het einde van de 18de eeuw de kerkelijke goederen te gelden maakten, bleek dit gebouw eigendom van de abdij van Herkenrode, en dus behoorde het tot de nabijgelegen refugiehuis van die abdij. De 34 abdissen van deze abdij, en we besparen u de namen, waren allemaal van adellijke afkomst en dus geen “gewoon volk”. Maar de zaak werd verkocht onder de laatste abdis, Abdis Josephine de Gondecourt (1791-1796). De lotgevallen van de refuge brachten we al in een andere bijdrage, het herenhuis kende een andere geschiedenis en werd bewoond door twee burgemeesters, één zakenman en twee notarissen. 

De verschillende eigenaars hebben elk hun stempel op het gebouw gedrukt: zij verbouwden, richtten opnieuw in, verfraaiden maar lieten de structuur en indeling van het gebouw grotendeels intact. 

Twee burgemeesters
De eerste eigenaar, Augustin Moreau, heeft niet veel aan het gebouw geprutst. Hij was notaris en burgemeester van Sint-Truiden. Maar wie kent hem? In de lijst van de 24 burgemeesters tussen 1805 en 2021, tussen Piette Meesters en Veerle Heeren, komt hij zelfs niet voor. Nochtans staat op zijn doodsbericht van 1853 “ancien notaire et ci-devant Bourgmestre de la ville de Saint-Trond Hij was getrouwd met een dame van de nieuwe adel, Marie-Anne Henriette de Creeft uit Sint-Truiden. Een volgend bewoner was Charles Vanden Berck, burgemeester van 1870 tot 1876: hij zorgde voor het rijkelijk stucwerk en de witmarmeren schouwmantel.  

Vriend van Leopold II
Vanaf 1893 bewoonde zakenman Louis Baltus het stadspaleis. Hij bouwde, samen met zijn broer, een handel uit in koloniale waren, van petroleum uit Amerika tot koffie van de andere kant van de wereld. Hij was ook de grote motor achter de Provinciale Tentoonstelling in Sint-Truiden in 1907. In 1912 had hij ook een eigen tabaksmerk, de Sutlab (naamsomkering). Baltus liet de plafondschildering met engeltjes aanbrengen, naar verluidt om koning Leopold II er te ontvangen bij zijn bezoek aan de Provinciale expo. Hij was ook de oom van Maria Nys, de Truiense schone die met de Britse auteur Aldous Huxley trouwde. 

De stam Vreven
De volgende bewoners van het pand was de notarisfamilie Vreven. Raoul Vreven was tijdens de oorlog verzetsman en kwam terecht in verschillende concentratiekampen. Hij was tot 1974 senator en gemeenteraadslid voor de liberalen en was minister voor de Coördinatie van de institutionele Hervormingen van 1960 tot 1961. Hij opende de living naar de tuin met een erker.    

Hij werd er opgevolgd door notaris Freddy Vreven, ook een liberaal politicus in de kamer van Volksvertegenwoordigers en de gemeenteraad en van 1987 tot 1985 minister van Landsverdediging. Zijn ministerschap eindigt met de obussenaffaire waarbij beweerd werd dat de Amerikanen smeergeld zouden betaald hebben voor hun duurdere obussen. Freddy Vreven bleef buiten schot, maar tal van medewerkers en mensen van de administratie werden beschuldigd van oplichting, schriftvervalsing en omkoping. In 1998 werd een Ledegemse garagist veroordeeld voor actieve corruptie, bevestigd in beroep in 1998 en in 2003 door Cassatie verbroken omdat de zaak al in 1995 verjaard was. Waarbij men nooit heeft kunnen achterhalen vanwaar dat lange uitstel kwam: onwil of onkunde van het parket? 

En dan begint het mis te lopen. De zoon van Freddy, Raoul nam het notariaat over maar werd in 2013 veroordeeld tot 4 jaar cel wegens gesjoemel en het verduisteren van 2,5 miljoen euro. Hij verhuisde met zijn zoon, weg uit Sint-Truiden, naar Knokke. In 2016 kreeg de kleinzoon van Freddy Vreven 4 jaar cel waarvan de helft voorwaardelijk, voor brandstichting in Knokke 

Weer een commerçant
Het pand kwam te koop. ‘De Stadt van Luijck’ werd verkocht om de torenhoge schulden te betalen, die na jarenlang gesjoemel achterbleven. De op- en neergang van de befaamde Truiense notarissen klinkt als een scenario voor een familiesaga. 

In 2011 kocht elektrohandelaar Michel Neven uit Brustem het driehonderd jaar oude pand. Hij betaalde er 1.650.000 euro voor en de restauratie kost hem wellicht nog eens een gelijkaardig bedrag. ‘Ik betaalde meer dan de vraagprijs, maar het was in volle bankencrisis en ik wilde mijn geld in vastgoed investeren. Het huis bood mogelijkheden en leek me bijzonder geschikt voor een luxerestaurant. Die restauratie werd minutieus uitgevoerd, met respect voor het historische kader. 

En het pand, waar vroeger de rook van notarissigaren hing, biedt nu plaats aan een luxueus restaurant in een al even luxueus interieur. En als je er zit te genieten, denk dan eens “Hier zat Leopold II nog ooit”, als je daar tenminste enige behoefte aan hebt.