Tussen 2018 en 2020 voerde het bedrijf Aron BV een opgraving uit op de Groenmarkt in Sint-Truiden. Daarbij werden onder andere meer dan 3000 skeletten aangetroffen van Truiense inwoners van de 7e tot de 18e eeuw. 120 ervan werden aan een grondig onderzoek onderworpen, met verbluffende resultaten.

“Wanneer we een grafveld opgraven, krijgen we vaak de vraag waarom we dat nu eigenlijk doen”, vertelt men bij Aron BV. “Eerlijk toegegeven, het is niet altijd even aangenaam werk. Maar voor ons betekenen skeletten een schat aan informatie. Naast 14C-datering die de ouderdom van een individu kan bepalen, kan er ook DNA-onderzoek op skeletten worden gedaan, om het geslacht te bepalen, herkomst of verwantschappen, of om bepaalde ziektes vast te stellen. Gedetailleerd onderzoek van de skeletten zelf kan dan weer uitwijzen of het om mannen of vrouwen gaat, volwassenen of kinderen, hoe oud ze waren wanneer ze stierven, wat ze tijdens hun leven meemaakten, in welke omstandigheden ze leefden, welke afwijkingen en ziektes ze hadden of zelfs waaraan ze stierven. Éen ding is alvast duidelijk: heel wat mensen kregen het in de Middeleeuwen zwaar te verduren.”

De foto’s geven enkele voorbeelden van de 120 skeletten uit Sint-Truiden die zijn onderzocht door fysisch antropologen Berk en Pijpelink. “Zo wordt er telkens een tipje van de sluier opgelicht van het leven van mensen waarvan tot voor kort niemand meer van het bestaan afwist. Misschien zijn het nog verre voorouders van jezelf, wie weet?”

Opvallende vondsten

De KUL gaat nog verder met het onderzoek, aangemoedigd door al die opvallende vondsten.

In beeld hieronder (Scroll naar beneden voor meer voorbeelden):

De gebroken onderkaak van een meisje van 9,5 à 10 jaar, dat leefde tussen het einde van de negende en de tiende eeuw. De kaak is wel weer geheeld, maar door de breuk is een kies voorgoed verloren gegaan. Er zit ook een abces en een ontsteking op de plek van de breuk. Het kind moet een behoorlijk traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt zoals een heel harde val of een klap. Omdat de breuk wel eerst nog terug geheeld is, is dit niet de reden van haar overlijden geweest.

In beeld hieronder: Individu 2997, een man die 44 jaar oud was toen hij stierf, brak tijdens zijn leven zijn linker bovenarm. De kop is naar beneden gezakt en vervolgens weer aan het bot gegroeid, maar door de breuk veel korter geworden. Het bot is wel weer geheeld en man kon zijn arm waarschijnlijk wel nog gebruiken, want de botten van de linkerarm zijn niet dunner dan rechts.

In beeld hieronder : Opvallend was de vergroeiing van de eerste en tweede rib van een vrouw van 17 à 18 jaar, die stierf in de achtste of de negende eeuw. “Dit individu had ook een erg brede neus, twee kenmerken die wijzen op het syndroom van Down. Van dit individu werd ook het DNA onderzocht, waaruit bleek dat het toch niet om Down ging. Er wordt nog door specialisten bekeken waar dit dan wel het gevolg van kan zijn.”

In beeld hieronder:

Hersenvliesontsteking is waar te nemen in het skelet door een laagje extra poreus bot aan de binnenzijde van de schedel (witte vlekken op de foto). “Bij drie van de onderzochte individuen werd hersenvliesontsteking vastgesteld. Alle drie de individuen waren minder dan 22 jaar oud toen ze overleden.”

In beeld hieronder: “Of iemand een verlamming heeft gehad is in het skelet zelden nog detecteerbaar. Aangezichtsverlamming is echter iets makkelijker te herkennen: als er aan één zijde van het gebit veel tandsteen aanwezig is, vaak gepaard met gaatjes, wortelpuntontstekingen of abcessen, en aan de andere zijde vrijwel géén tandsteen of andere gebitsaandoeningen aanwezig zijn. Individu 2351, een vrouw van 27 jaar, vertoonde indicaties voor aangezichtsverlamming aan de rechterzijde. De rechterzijde vertoonde een dikke laag tandsteen, twee gaatjes en een abces, terwijl de linkerzijde van het gebit schoon en gezond was.”

De KU Leuven hoopt het DNA-onderzoek tegen 2024 af te ronden. Een onderzoek op zoveel mensen uit het verleden is uniek in Limburg.

Foto’s © B. Berk en A. Pijpelink