Om de samenwerking te bevorderen tussen de Verenigde Handelaars, de Marktkramers, de Horeca, Unizo en het stadsbestuur, werd vzw Trud’Or opgericht. Met dit initiatief willen het bestuur de stad promoten als sfeervolle winkelstad en succesvolle evenementenstad. En da  arvoor betalen de middenstanders jaarlijks hun middenstandbelasting oftewel de Trud’Or taks.

Maar onze middenstanders zien hun inkomsten opdrogen. “Eerst via de werken, die nog bezig zijn, en nu door de verplichte sluiting door corona. Gezien evenementen niet gewenst en mogelijk zijn, vraag ik om deze taks voor 220 niet te innen”, vroeg Filip Moers (SP.a) op de gemeenteraad. Nieuw was dit voorstel niet, want in 2016 vroeg de N-VA dit al in haar brochure en vorige maand was Nina Kikvina (ook N-VA) nog een hevige voorstandster. Van die steun bleef geen greintje meer over.

“Wij werken al weken aan een globaal plan: we willen zien waar de schade zit, hoe we er gericht kunnen aan werken, zien wat de mogelijke return is en deze taks is daar een onderdeeltje van. En dat gaan we nu niet goedkeuren”, zegde schepen van Financiën Jo François (ook NV-A). Jos Pïerard, schepen van Middenstand, steunde zijn collega hierin. “We gaan Trud’Or (en de centen daarvan) nog hard nodig hebben bij de wederopbouw na de crisis”, zegde Pïerard.

En Nina Kikvina gooide haar uitspraken van maart meteen in de vuilbak:  “Ik stel voor om samen te werken aan een globaal pakket en de partijpolitiek te overstijgen, maar ik stel ook vast dat de SP.a daaraan niet wil meewerken door dit voorstel te doen.”

En zoals verwacht, werd het voorstel van Moers door de meerderheid in dezelfde richting gesmeten als het voorstel van Stas over de mondmaskers: naar de vuilbak.