Het dorpje Batsheers is afgeleid van de oud-Franse Basse-Heers, laag- of beneden-Heers. Vijf straten groot en 100 inwoners rijk, met enkele kwadraathoeves die het dorpsbeeld bepalen en … één middeleeuws restant van een rijke geschiedenis: de donjon.      

Batsheers wordt voor het eerst vermeld in 1079 als Bertleheim, de woonplaats van ene Bertle, maar 10 jaar later sprak men al van Bas-Heers, de Romeinse heirbaan Tongeren-Gembloux liep dwars door het dorpje en in de middeleeuwen maakte het dorp deel uit van het vorstelijk domein van de graven van Loon.  

Na 1366 ging het over naar de Bisschoppelijke Tafel van Luik en in 1639 wordt de heerlijkheid Opheers samen met Batsheets in leen gegeven aan Henri de Rivière d’Arschot, heer van Heers. Het grondgebied van Batsheers wordt sinds 1240 een belangrijk allodiaal riddergoed met een kasteel Montferrant. Maar daar blijft enkel de straatnaam de Montferrantstraat van over. 

Abdij van Averbode
Vanaf 1416 maakt Godfried van Wihogne het patronaatsrecht (het recht om tienden te innen en de pastoor te benoemen) over aan de abdij van Averbode wat maakte dat alle pastoors (tot 1833) norbertijnen van Averbode waren. Maar ook de abdij van Herkenrode (met tiende schuur in Opheers) had belangrijke bezittingen in Batsheers. 

Weinig concrete gegevens
De heren van Batsheers duiken op in de geschiedenis vanaf 1295. Willem van Batsheers was lid van het allodiaal hof van Loon (vermeld in het werk van J. Daris). Zijn zonen heetten Humbertus en Willem. Er was nog een ridderlijke familie in Batsheers, de Montferrant, vermeld door Daris als bewoners van een kasteel, maar zij hadden nooit rechten over Batsheers. Zonder dat daar echte schriftelijke documenten over bestaan, gaat men ervan uit dat de heren van Batsheers de eerste bewoners waren van de donjon van Batsheers. De bezits- en bewoningsgeschiedenis van de donjon zijn nog een onbeschreven blad. Die donjon staat vandaag op een van de hoeken van een grote kwadraathoeve, doch stond oorspronkelijk alleen. Deze toren had een verdedigende functie en het voormalige cijnshof van Andooie of Aenroye was er gevestigd. Over de bezitters is weinig geweten, maar historici gaan ervan uit dat het de residentie van de heren van Batsheers was. 

Onderdeel van de Smishoeve
Vandaag is de verdedigingstoren een onderdeel van een vierkanthoeve, de Smishoeve. Deze hoeve vinden we al terug op de Ferrariskaart (1777) als een ruim gesloten complex en de Atlas van de Buurtwegen (1843) geeft deze boerderij aan als Hoebaershoef Ferme. De donjon zelf is een bijna vierkante constructie van breuksteen, voornamelijk silex. Het bovenste gedeelte werd met baksteen gerestaureerd en van een wolfsdak voorzien. Wat nog opvalt is de monumentale tamme kastanjeboom uit de 19de eeuw, een exemplaar van meer dan 150 jaar oud.  

De Montferrant
Ivo de Montferrant, waarschijnlijk geboren omstreeks 1175, is mogelijk de stichter geweest van de plaatsnaam Montferrant te Batsheers.
Het riddergoed de Montferrant was vóór 1240 een vrij erfgoed. Momenteel leven in dit dorp enkel nog herinneringen aan “het verzonken kasteel”, doch de naam Montferrant is er nog niet uit de volksmond verdwenen.
In de kerk van deze deelgemeente vinden we deze majestueuze grafsteen in de muur gemetseld met centraal het familiewapen van de oude de Montferrants :een zwarte leeuw op zilveren veld. Maar voor de goede orde: zij hadden niets te maken met de Donjon.